Op 21 maart gooide de man een molotovcocktail naar het gebouw waar de Israëlische ambassade is gevestigd. Hierdoor vlogen een deel van de gevel en de omliggende bosjes in brand. Hoewel de schade uiteindelijk meeviel, was de schok groot bij politici en betrokkenen.

Al sinds februari is er een noodbevel van de politie van kracht bij de ambassade. Hierdoor kunnen verdachte personen rondom de ambassade makkelijker staande gehouden en ondervraagd worden. Ook waren er zwarte schermen geplaatst om mogelijke aanslagen te voorkomen.

De man werd kort na het incident opgepakt dankzij beelden van beveiligingscamera's. Tijdens zijn verhoor bekende hij dat hij een olijfoliefles had gevuld met benzine en een stuk stof, deze had aangestoken en naar het gebouw had gegooid. Hij verklaarde dat hij met deze actie aandacht wilde vragen voor de situatie in Gaza.

De rechter achtte de celstraf passend gezien de geplande aard van de actie. Uit het onderzoek bleek dat de man al drie weken voor het incident benzine had getankt en een deel daarvan in een fles had gegoten. Hij reisde toen al naar Den Haag, maar durfde de fles niet te gooien. Drie weken later herhaalde hij zijn poging en gooide de molotovcocktail alsnog naar het ambassadegebouw.