Terug de kast in tijdens Pride-maand
Sinds enkele jaren geldt juni als de internationale Pride-maand. Maar met de aftrap van deze maand is er ook steeds meer kritiek. Zo betwijfelt Mirko Gerrits, fractievoorzitter van ZEE in Zandvoort, of deze maand nog wel bijdraagt aan de emancipatie van homo's, lesbiennes en biseksuelen. In deze column vertelt hij waarom.
Als iemand die steun zou moeten vinden bij emancipatieorganisaties, voel ik me vaak niet vertegenwoordigd en zelfs onprettig door de koers die deze groepen varen. In plaats van toenemende acceptatie in mijn omgeving ervaar ik een groeiende woede en verwarring, veroorzaakt door de manier waarop deze organisaties opereren. Bijvoorbeeld, de nadruk op genderidentiteit en de flamboyante uitingen tijdens Pride-evenementen, waar kink en fetisjisme de boventoon voeren, vervreemden mij. Deze benadering versterkt negatieve stereotypen en doet afbreuk aan de kernboodschap van gelijkheid en acceptatie.
Bovendien ondermijnen ze de wetenschappelijke integriteit door onomstreden aannames te promoten die weinig basis hebben in de biologie. Hierdoor voelt het juist alsof ik steeds meer op mijn hoede moet zijn voor waar en op welke manier ik iets uitdraag over mijn seksualiteit, in plaats van open en vrij te kunnen leven. Dit essay nodigt u uit om deze problematiek te verkennen en te begrijpen waarom de huidige emancipatiebeweging meer kwaad dan goed doet voor mensen zoals ik.
De "LHBTIQA+-gemeenschap" bestaat helemaal niet
Beginnend bij mezelf werp ik graag een vraag op: Wat verbindt mij als een biseksueel persoon, die zich aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen, met iemand die worstelt met genderdysforie? Genderdysforie is een ernstige aandoening waarbij iemand psychisch lijdt omdat zijn of haar gevoel niet overeenkomt met het biologische geslacht. Waar biseksualiteit slechts de geaardheid met de ruimste keuze is. De uitdagingen en ervaringen van deze twee zaken zijn fundamenteel verschillend. Toch worden ze samen onder één paraplu geplaatst, wat zorgt voor verwarring en misverstanden.
De veronderstelde eenheid binnen de “LHBTIQA+-gemeenschap” maskeert een diversiteit aan meningen en ervaringen die vaak diametraal tegenover elkaar staan. Neem bijvoorbeeld het concept van genderidentiteit. Veel homoseksuelen en lesbiennes identificeren zich strikt met hun biologische geslacht en onderschrijven niet noodzakelijkerwijs ideeën over een spectrum van genders. Desondanks wordt in de media vaak gesuggereerd dat iedereen binnen de 'gemeenschap' ideeën over genderidentiteit steunt. Dit heeft geleid tot een situatie waarin sommige homoseksuelen zich genoodzaakt voelen om "terug de kast in" te gaan omdat ze niet willen worden geassocieerd met wat zij zien als het irrationele concept van gendertheorie. Extra bizar dat overheden massaal de “progress pride”-vlag wapperen dus, omdat ze hiermee totaal voorbij gaan aan deze grote groep mensen.
Het samenvoegen van al deze onvergelijkbare condities onder de noemer “LHBTQIA+” doet in mijn ogen dan ook niet alleen geen recht aan de individuele condities die de afkorting behelst, maar creëert ook een foutief beeld van gemeenschap en bemoeilijkt zelfs de emancipatie.
De verwatering van Pride en themadagen
Pride-evenementen en andere thema- of herdenkingsdagen zijn vaak goed bedoeld en trachten bij te dragen aan de zichtbaarheid en acceptatie van mensen met een andere geaardheid. Echter, de neiging om deze dagen te transformeren in spectaculaire festiviteiten werkt soms averechts. Het al te vaak voorkomende beeld van kink en fetisjisme tijdens deze vieringen - van nauwelijks geklede deelnemers tot mensen die blaffend rondhuppelen met hondentuigjes - creëert onbedoeld een koppeling tussen mensen die enkel om hun geaardheid emancipatie zoeken en seksuele niches die sommigen misschien liever binnenshuis houden.
Dit is voor velen ongewenst. Wanneer dit ook nog eens openbaar gebeurt, komen bijvoorbeeld kinderen in aanraking met beelden die niet bij hun leeftijd passen, met een benadering die al helemaal niet past. Het risico bestaat dat dergelijke beelden de fundamentele boodschap van gelijkheid en acceptatie ondermijnen en niet-representatieve stereotypen versterken. Het is niet gek dat de andere aanwezigen hierop worden aangesproken, aangezien de organisatie en andere uitbundige deelnemers dit schijnbaar tolereren.
Daarnaast is iets als Paarse Vrijdag verworden tot een spektakel dat juist benadrukt hoe “anders” bepaalde mensen zijn, zonder daadwerkelijk iets bij te dragen aan de emancipatie. Hetzelfde geldt voor Coming Out Day; als een andere geaardheid werkelijk geaccepteerd is, waarom zou er dan een zwaarmoedige ‘coming out’ met veel aandacht nodig zijn? Het meest stuitende voorbeeld vind ik misschien wel de drag queens die voorlezen aan kinderen.
Uitgaande van het idee dat een drag queen voornamelijk fungeert als een soort clown, wat prikkelend en entertainend is voor kinderen, en ervan uitgaande dat de drag queen verder geen referenties maakt naar seks en zich bewust niet promiscue kleedt (iets wat in Rotterdam een tijdje terug helaas anders bleek), rijst de vraag op: wat draagt dit in godsnaam bij aan emancipatie? Waarom staan alle emancipatieorganisaties op de voorste rij om een dergelijk evenement door te laten gaan en te framen als het bewijs van intolerantie, terwijl het op een rationeel niveau heel logisch is dat er weerstand is?
Denk aan de voorbeelden van de verhalen die dan worden voorgelezen, de kledingkeuze, en de connecties tussen de voorlezer en voor kinderen ongeschikte uitlatingen waarbij vraagtekens gezet kunnen worden. Ouders zullen toch ook minder snel een clown inhuren voor een feestje als ze weten dat die daarnaast als gigolo werkt. Op dergelijke manieren ondermijnt de emancipatiebeweging zichzelf en verwaterd het oorspronkelijke doel volledig.
In landen als Japan zien we een opmerkelijk contrast in de viering van seksuele diversiteit: Pride-optochten daar benadrukken vaak de alledaagsheid van LHBTIQA+-personen door middel van stille tochten, van mensen die in hun nette of alledaags kleding een indrukwekkende tocht maken en zo weerstand bieden tegen de flamboyante en uitbundige manifestaties die elders voorkomen. Dit zet de nadruk op het ‘normale’ en alledaagse van hun levens, in plaats van hen te definiëren door hun seksualiteit of conditie alleen. Zo zou ik het hier graag ook zien.
De dubieuze status van genderwetenschap
Iets anders waar ik sterke vraagtekens bij heb, is het concept van een genderidentiteit naast het biologische geslacht. Want ondanks dat gendertheorie net als alle wetenschappelijke theorieën interessante inzichten kan bieden, blijft het een theorie en in dit geval is deze in de academische wereld niet bepaald onomstreden.
Veel biologen benadrukken dat geslacht biologisch bepaald is door genetica, anatomie en voortplantingsfuncties. Ze argumenteren dat hoewel er variaties kunnen zijn, zoals intersekse condities, deze niet noodzakelijkerwijs nieuwe categorieën van geslacht of gender rechtvaardigen. Onderzoekers zoals Leonard Sax en andere medisch georiënteerde wetenschappers hebben betoogd dat sekseverschillen in de hersenen en hormonen significant zijn en niet volledig los kunnen worden gezien van gendergedrag en -identiteit. Veel psychologen en psychiaters stellen vragen bij de stabiliteit en consistentie van genderidentiteit als een afzonderlijk concept van biologisch geslacht. Ze wijzen op studies waaruit blijkt dat veel kinderen die genderdysforie ervaren, uiteindelijk hun ervaringen van hun genderidentiteit zien veranderen naarmate ze ouder worden. Filosofen en sommige sociale wetenschappers, zoals Camille Paglia, stellen dat de moderne gendertheorie te veel afhankelijk is van subjectieve perceptie en sociale constructen, wat kan leiden tot een onstabiele basis voor het definiëren van realiteit en beleid. Zij betogen dat zonder duidelijke, objectieve criteria het moeilijk is om een coherent beleid te vormen dat rekening houdt met zowel rechten als biologische realiteiten.
Het is ook niet onbelangrijk om te benoemen hoe de exactheid van wetenschappen zoals natuurkunde en chemie in schril contrast staan met sociale wetenschappen zoals genderstudies, die zich richten op menselijk gedrag en maatschappelijke structuren. Deze disciplines zijn inherent subjectiever en afhankelijk van culturele en persoonlijke contexten, wat leidt tot variabiliteit in hun bevindingen. Gendertheorie, die afhankelijk is van persoonlijke ervaringen en sociale constructen, is dus aanzienlijk minder exact. De onexactheid van de genderwetenschap is dan ook op zichzelf een reden voor aanhoudende discussie en kritische reflectie, zelfs als er consensus zou bestaan onder wetenschappers, die er in de praktijk helemaal niet is.
Ik vind het met al deze overwegingen in het achterhoofd dan ook niet meer dan logisch dat er in het onderwijs, bij belangenorganisaties, maar ook in de politiek wordt opgepast met het verspreiden van het idee dat genderidentiteit bestaat in een context die verder gaat dan de analyse van de theorie an sich. In tegenstelling tot de nu gekozen route van deze wetenschappelijk - op zijn zachtst gezegd -dubieuze theorie dusdanig te omarmen, dat dit op scholen aan kinderen wordt aangeleerd als onbetwiste waarheid. Ik zou zelfs zo ver willen gaan als dit wetenschappelijk niet integer willen noemen en daar draagt uw belastinggeld aan bij!
De ideologische subversie van de biologische wetenschappen door genderbelangen
De discussie over de eenheid binnen de LHBTIQA+-gemeenschap en de spanningen die deze met zich meebrengt, worden nog ingewikkelder wanneer we de rol van belangenorganisaties en hun invloed op de wetenschappelijke wereld in beschouwing nemen. Een voorbeeld van deze invloed is de druk die wordt uitgeoefend op wetenschappers en academische instellingen om hun taalgebruik en onderzoeksgebieden aan te passen aan de eisen van genderactivisten. In dit deel van mijn essay belicht ik hoe ideologische krachten de biologie onder druk zetten en hoe dit de wetenschap als geheel ondermijnt.
Een van de meest prominente misvattingen die door genderactivisten wordt gepromoot, is dat sekse geen binair concept is maar een spectrum. Deze bewering, hoewel populair in bepaalde ideologische kringen, wordt niet ondersteund door de biologische wetenschap. In de natuur, en met name in de biologie van mensen en dieren, is sekse bijna universeel binair: mannetjes produceren kleine, beweeglijke gameten (sperma) en vrouwtjes produceren grote, onbeweeglijke gameten (eicellen). De uitzonderingen, zoals intersekse individuen, zijn extreem zeldzaam en vormen geen derde geslacht, maar variaties binnen de bestaande binaire categorieën.
Door te stellen dat sekse een spectrum is, ondermijnen belangenorganisaties de wetenschappelijke basis van sekse en gender. Deze ideologische subversie heeft verregaande gevolgen, waaronder het bemoeilijken van wetenschappelijk onderzoek en het creëren van verwarring in het publieke begrip van biologie. Wanneer de wetenschap wordt gedwongen zich aan te passen aan ideologische eisen in plaats van objectieve waarheden te volgen, lijden zowel de wetenschappelijke vooruitgang als de geloofwaardigheid van de wetenschap.
De ideologische druk om sekse en gender als sociaal geconstrueerde, fluïde concepten te beschouwen, leidt tot censuur en zelfcensuur onder wetenschappers. Onderzoekers worden ontmoedigd om studies uit te voeren die niet in lijn zijn met de ideologische agenda's van bepaalde belangenorganisaties. Dit resulteert in een beperking van wetenschappelijk onderzoek en de verspreiding van kennis. Een voorbeeld hiervan is het feit dat sommige wetenschappelijke tijdschriften en financieringsinstellingen weigeren onderzoeken te publiceren of te financieren die bepaalde biologische realiteiten bevestigen, zoals de binaire aard van sekse of genetische verschillen tussen groepen.
De invloed van ideologische krachten is niet beperkt tot de wetenschappelijke gemeenschap; ook het onderwijs en de publieke opinie worden beïnvloed. Genderactivisten hebben bijvoorbeeld succesvol campagne gevoerd om lesmateriaal aan te passen, waarbij biologische feiten worden vervangen door ideologisch gemotiveerde interpretaties. Dit heeft geleid tot een generatie studenten die wordt onderwezen in een wetenschappelijke pseudorealiteit, wat hun begrip van biologie en wetenschap in het geheel verdraait.
Ondanks de duidelijke binariteit in de biologie, zien we nu pogingen om de 'man' en 'vrouw' te vervangen door termen als 'persoon met een baarmoeder' of 'persoon met zaadcellen'. Dit gebeurt onder het mom van inclusiviteit, maar het bevestigt ten onrechte het beeld van een spectrum in de biologie. Deze vervanging van termen ondermijnt niet alleen de wetenschappelijke nauwkeurigheid, maar draagt ook bij aan verwarring en misverstanden in zowel wetenschappelijke als alledaagse contexten.
Het gebruik van deze neutrale termen verdoezelt de biologische realiteit en maakt het moeilijker om over fundamentele biologische verschillen te communiceren. Biologische feiten zoals de reproductieve functies van mannen en vrouwen worden verduisterd door een ideologisch gemotiveerde taalverandering, die verder bijdraagt aan de erosie van de wetenschappelijke integriteit. Bovendien bemoeilijkt deze terminologie medische communicatie en zorg, waar precieze termen essentieel zijn voor effectieve behandeling.
Het is essentieel dat de wetenschap onafhankelijk blijft van ideologische invloeden om haar primaire doel te bereiken: het ontdekken van de waarheid. Dit betekent dat wetenschappers vrij moeten zijn om onderzoek te doen naar elke vraag, zonder angst voor politieke of ideologische repercussies. Wanneer de wetenschap wordt gemuilkorfd door ideologie, verliezen we niet alleen de mogelijkheid om nieuwe kennis te vergaren, maar ook de voordelen die uit die kennis voortkomen.
De ideologische subversie van de biologische wetenschappen door genderbelangen vormt een ernstige bedreiging voor zowel de wetenschap als de samenleving. Het is van cruciaal belang dat wetenschappers, academici en beleidsmakers zich verzetten tegen deze druk en pleiten voor een terugkeer naar objectieve, op bewijs gebaseerde wetenschap. Alleen door de wetenschap te bevrijden van ideologische invloed kunnen we blijven profiteren van de ontdekkingen en innovaties die voortkomen uit onbevooroordeeld onderzoek.
In het licht van de bovenstaande overwegingen moeten belangenorganisaties en beleidsmakers erkennen dat hun ideologische agenda's de wetenschap schaden en hun aanpak herzien om de integriteit en onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek te waarborgen. Dit zal niet alleen de geloofwaardigheid van de wetenschap herstellen, maar ook de fundamentele boodschap van gelijkheid en acceptatie ondersteunen door deze te baseren op waarheid en objectiviteit.
De rol van belangenorganisaties en de politiek
Dat brengt me bij de rol van belangenorganisaties en de politiek die met allemaal goodwill en daadwerkelijke convictie precies het verkeerde doen. Want ondanks de dubieuze aard van genderidentiteit, zijn er dus een tal van emancipatieorganisaties en politieke partijen die het concept van genderidentiteit en daarbovenop zelfs het idee van 72 verschillende genders zonder kritische reflectie omarmen.
Een voorbeeld van een dergelijk gender is 'Caelgender', waarbij iemands genderbeleving vermeend verbonden is met een gevoel van verbondenheid met het kosmische of het celestiale. Dit soort esoterische definities roepen verwarring en terecht scepsis op, vooral wanneer deze begrippen min of meer worden opgenomen in formele trainingen binnen bedrijven of zelfs door de rijksoverheid. Daarnaast wordt er door ook vaak gekozen voor symbolen zoals de "progress pride"-vlag, waar genderidentiteit ook bewust is opgenomen in de symboliek, in plaats van de regenboogvlag. Daarbij kan je je sowieso afvragen of er een symbool nodig is voor een gemeenschappelijke deler die een klein deel van iemands persoonlijkheid opmaakt, omdat daarmee juist wordt uitgelicht in plaats van geïntegreerd.
Door deze dubieuze concepten zoals genderidentiteit te clusteren met andere onvergelijkbare concepten, zijn deze organisaties hard bezig met het ondermijnen van de geloofwaardigheid van de gehele emancipatiebeweging. Wanneer onbetwistbaar bestaande geaardheden worden samengevoegd met dubieuze concepten, ontstaat het risico dat legitieme twijfels over een aantal van deze concepten worden geprojecteerd op de hele groep, en dit maakt de wens om veiligheid en het voorkomen van sociale afwijzing alleen maar ingewikkelder te behalen. Ook daar is weer een belangrijk onderscheid: je zult mij nooit horen zeggen dat deze organisaties er zijn voor een strijd om gelijke rechten, want die hebben we al.
Als kers op de taart komt daar bovenop dat deze op emancipatie gerichte organisaties zich ruimschoots inzetten bij het vormen van Pride-evenementen, die soms meer aandacht besteden aan entertainment, zichtbaarheid en teveel ruimte laten voor losbandigheid dan aan de oorspronkelijke boodschap in de kern. Dit draagt bij aan een beeld dat personen vooral 'anders' zijn. Dit alles kan leiden tot een situatie waarin de werkelijke betekenis en het doel van emancipatie worden vertroebeld, waardoor de essentiële boodschap van acceptatie en gelijkheid ondergesneeuwd raakt.
Terug naar de kern
Nu ik mijn kritiek heb gegeven en daarmee hopelijk ook heb kunnen duidelijk maken waarom ik me soms schaam, ongemak voel of zelfs overlast ervaar dankzij groepen mensen of individuen die met alle beste bedoelingen onder andere voor mij beweren op te komen, wil ik – en voel ik me zelfs verplicht – ondanks ik wel wat ideeën heb gedeeld, om te eindigen met een klein stukje over wat ik dan wel wil: benadering vanuit de kern.
Iets vanuit de kern bekijken kan ik mooi uitleggen aan de hand van bijvoorbeeld de homo-emancipatie. Want wat is er nou eigenlijk feitelijk mis, met twee mannen die in staat zijn om consent te geven en van elkaar houden? Niks. Daarom verdient deze groep mensen het recht om lief te hebben net als ieder ander. Iets vanuit de kern bekijken heeft ook betrekking op uitvoering. Als je aandacht vraagt met een evenement of dag, wat wil je dan in de kern uitstralen? Is dat onderscheiding zoals de pride in Nederland? Of is dat integratie zoals de Pride in Japan?
Iets anders is het bewaken van grenzen, want zodra je geen grenzen stelt ook als het gaat over acceptatie, is die acceptatie niks meer waard. Met grenzen stellen spreek ik over het hanteren van correcte wetenschappelijke normen, dus niet zomaar een theorie omarmen als onbetwist feit. Met grenzen bedoel ik duidelijk maken welke acties wel of niet bijdraagt aan een bepaalde vorm van emancipatie of feitelijk zelfs past bij de actie. Grenzen stellen betekent ook de grenzen tussen de verschillende groepen die nu worden geclusterd als LHBTQIA+. Maak er: HoLeBi’s, Mensen met genderdysforie, intersekse personen en aseksuelen van. Het idee van “Queer” kunnen we om dezelfde reden als de verzamelterm met afkortingen verwerpen. Bovenal verdienen deze losse categorieën hun eigen emancipatieorganisaties en zouden deze ook los van elkaar moeten bestaan omdat het totaal onvergelijkbare condities zijn met andere uitdagingen.
Nogmaals, dit pleidooi komt niet voort uit haat, intolerantie of boosheid zoals sommige zullen beweren, maar juist vanuit de zorg dat de ingeslagen weg van emancipatieorganisaties en daardoor ook veel mensen die zichzelf als “LHBTQIA+er” omschrijven zichzelf meer kwaad doen dan goed.
Het is aan de politiek, wetenschappers, individuen en emancipatieorganisaties om wat te doen met deze kritiek en suggesties of niet. Voor mij zal het in ieder geval het grote verschil maken tussen steeds meer terug de kast in kruipen uit schaamte en zelfbescherming of open en mezelf zijn.
Mirko Gerrits is fractievoorzitter van ZEE in Zandvoort, ondernemer en opiniemaker. Volg hem hier op X.