Mensen, het is 5 voor 12
Maandag 6 mei maakte de denktank Jonge Fortuynisten bekend wie de winnaar was van hun eerste columnwedstrijd: Cynthia Gordijn. Hieronder kunt u haar winnende column lezen!
“Mensen, het is 5 voor 12”, zei Pim Fortuyn ruim 20 jaar geleden op 9 februari 2002. Ondertussen heeft de klok onverbiddelijk door getikt, waardoor we ons kunnen afvragen op welk tijdstip Nederland zich nu bevindt. Misschien al wel 5 over 12? 10 over 12? Of is er wellicht nog een mogelijkheid om het tij te keren? Waar we het in ieder geval wel over eens kunnen zijn, is dat sinds zijn beroemde monoloog het aantal crisissen (ik noem een asiel-, stikstof- en wooncrisis) alleen maar is opgelopen en we steeds verder lijken af te drijven van het gedroomde Nederland van Fortuyn.
In dezelfde, welbekende ‘Nacht van Fortuyn’, besprak Fortuyn dat hij ‘staat voor dit land en alles wat hier in vijf, zes eeuwen is opgebouwd’. Zo kunnen we trots zijn op ons goede zorgstelsel, infrastructuur, innovatieve landbouw, export, watermanagement en ga zo maar door. Jammer genoeg lijken we dit steeds meer als vanzelfsprekend te zien, terwijl onze welvaart iets is om voor te blijven werken, willen we dit allemaal kunnen blijven behouden en financieren. Sectoren die hier aan bijdragen zijn bijvoorbeeld de glastuinbouw en de landbouw, die beiden zijn uitgegroeid tot de meest innovatieve sectoren waarbij Nederland een voorbeeld is voor de rest van de wereld. Dankzij onder andere deze bedrijven, hun winsten en afgedragen belasting, genieten wij vandaag de dag van alle welvaart die ons land te bieden heeft en kunnen we trots zijn op wat we hebben weten op te bouwen.
Helaas kunnen we ondanks deze ogenschijnlijke luxepositie alleen geen woningen bouwen omdat er een stikstofcrisis is uitgeroepen en er alleen gebouwd mag worden met onbetaalbaar duurzaam materiaal, waardoor jongeren tot hun veertigste op de zolderkamer van hun ouders blijven wonen. Wel is er ruimte voor gemiddeld duizend asielzoekers per week, waarvoor alle zeilen worden bijgezet om een woonruimte te realiseren. Als het dan toch allemaal niet lukt, maakt het ook niet uit, bij een trage asielaanvraag geeft onze overheid met liefde miljoenen aan belastinggeld uit om klagende asielzoekers tegemoet te komen. In dat geval blijkt de natuur toch ook niet zo belangrijk te zijn, in Denekamp wordt er immers een heel bos gekapt om ruimte te bieden voor een AZC. Wellicht staat alleen daar de natuur niet op omvallen.
Hoe is het dan mogelijk dat er alsnog een select clubje mensen is die dit allemaal nog niet genoeg vindt en steeds harder gaat schreeuwen om de suïcide van Nederland nog wat te versnellen? En hoe kan het zo zijn dat wij deze mensen de lakens laten uitdelen? De glastuinbouw, landbouw en andere bedrijven moéten of per direct vergroenen, of per direct verdwijnen. Wanneer deze bedrijven vertrekken, zullen ze echter ook nooit meer terugkeren. Daarbij wordt er ook met minachting gesproken over winst maken en lijkt dit ondertussen iets vies te zijn, terwijl onze bedrijvigheid ons juist alle welvaart en vrijheid heeft gegeven waar we nu van genieten. Maar helaas moet alles weg en dendert de links progressieve trein door om alles wat winstgevend te verjagen: Shell, Unilever, Boskalis, ASML, Tata Steel, Chemours, Lelystad Airport, de glastuinbouw en veeteelt: ze moeten allemaal weg, of zijn dat al. Het MKB houdt ook maar net het hoofd boven water, waarbij het nog maar de vraag is hoeveel lastenverhogingen zij nog kunnen overleven onder links beleid.
Tegelijkertijd blijft politiek links echter wel met geld smijten. Zo worden er miljarden uitgegeven aan klimaat en asiel. Waar dit geld in de toekomst vandaan moet gaan komen is een raadsel, maar waarschijnlijk zal de belastingbetaler daar verder voor worden uitgeknepen. De Nederlandse, hardwerkende mentaliteit wordt hiermee bestraft terwijl deze mensen huizen voor hun neus zien weggaan aan asielzoekers en het Nederlandse landschap verpest wordt door onrendabele windturbines en zonneweides. Ook zal de Nederlandse cultuur stukje bij beetje verdwijnen en vieren we over enkele jaren alleen nog een ‘winterfeest’, terwijl we ons afvragen hoe dat vroeger ook alweer heette.
Maar net als Pim Fortuyn zijn er ook steeds meer Nederlanders die opstaan en zeggen: ‘ik sta voor dit land’. Mensen die waarde hechten aan hun cultuur, die voor hun belastinggeld mooie voorzieningen terug willen, die beloond willen worden voor hun harde werk, die een gezin willen kunnen beginnen in hun eigen woning, Pasen en Kerstmis willen vieren, van mooie landschappen willen genieten en geen schuldgevoel aangepraat willen worden over het vernietigen van de aarde. Ik denk dat we van harte moeten hopen dat deze mensen steeds vaker zullen opstaan en zich niet de mond laten snoeren, want alleen dan krijgen we het paradijs wat dit land kan zijn en hoe Pim het zich voorgesteld zal moeten hebben. C’est ça.
------------------
Deze column is geschreven door Cynthia Gordijn, duo-commissielid van JA21 Noord-Holland.