De vazalstaten van de VS: hoe soeverein is Nederland eigenlijk?
De westerse wereld heeft zich lange tijd gezien als het bastion van vrijheid en democratie. Toch is het in de loop der jaren steeds duidelijker geworden dat de invloed van de Verenigde Staten op veel van haar bondgenoten verder gaat dan een vriendschappelijke alliantie. De term 'vazalstaat' wordt doorgaans geassocieerd met middeleeuwse verhoudingen waarbij kleinere staten onder de suzereiniteit van machtigere rijken vielen. In de hedendaagse geopolitieke context lijkt deze term provocatief, maar een kritische blik op de relatie tussen de Verenigde Staten en landen als Nederland, Bosnië en zelfs Australië onthult een verrassend patroon van afhankelijkheid en invloed die deze benaming rechtvaardigt.
De delicate dans tussen soevereiniteit en invloed, die de Westerse wereld met de Verenigde Staten uitvoert, bereikt een kritiek punt wanneer we de saga van Julian Assange beschouwen. Zijn zaak belichaamt de zorgen rond journalistieke veiligheid en de vrijheid van meningsuiting, fundamentele waarden die onder druk komen te staan door de uitreikende arm van Amerikaanse macht. De dreigende uitlevering - van de man achter WikiLeaks - Julian Assange aan de VS, waar hij geconfronteerd wordt met beschuldigingen die zijn journalistieke werkzaamheden betreffen, stuurt een schrikwekkend signaal uit over de reikwijdte van de Amerikaanse invloed en de bereidheid om grenzen te overschrijden ter bescherming van haar nationale belangen.
Om meteen met de deur in huis te vallen, wisten jullie dat de VS bij eigen wet Nederland mag binnenvallen? De zogenaamde "The Hague Invasion Act", formeel bekend als de American Service-Members' Protection Act van 2002. Deze Amerikaanse wet geeft de VS het 'recht' om, indien nodig, met militair geweld Amerikaanse burgers en bondgenoten uit handen van het Internationaal Strafhof in Den Haag te bevrijden, op het moment dat deze moeten voorkomen voor schending van bijvoorbeeld het oorlogsrecht. Hoewel het nooit tot een dergelijke invasie is gekomen, symboliseert deze wet de bereidheid van de Verenigde Staten om internationale wetten en soevereiniteit te negeren ter bescherming van haar eigen belangen, zelfs binnen de grenzen van haar vermeende bondgenoten.
In Bosnië heeft de invloed van de Verenigde Staten, voornamelijk via de Dayton-akkoorden, een politiek systeem gecreëerd dat in veel opzichten lijkt op een neokoloniale vazalstaat. De complexe politieke structuur die werd opgelegd, bedoeld om vrede te stichten, heeft het land verlamd door etnische verdeeldheid institutioneel te verankeren, waardoor Bosnië in een staat van afhankelijkheid van externe actoren blijft. De aanwezigheid van een hoge vertegenwoordiger, een internationale ambtenaar met verstrekkende bevoegdheden over de Bosnische politiek, roept herinneringen op aan de tijden van viceroys (onderkoningen) en koloniale bestuurders.
Verder weg van Europa toont Australië ook niet immuun te zijn voor Amerikaanse overmacht. Pine Gap, een Amerikaans-‘Australische’ spionagebasis diep in het Australische binnenland, is emblematisch voor deze invloed. De basis speelt een cruciale rol in het wereldwijde netwerk van de Amerikaanse inlichtingendiensten, maar heeft ook tot controverses geleid, waaronder aantijgingen met sterke bewijzen dat de VS betrokken was bij de politieke ondergang van de Australische premier Gough Whitlam in de jaren zeventig. Deze controverse ontstond nadat de gouverneur-Generaal Sir John Kerr een politiek overblijfsel van het Britse imperialisme in de vorm van een directe vertegenwoordiger van de Britse monarch, die volgens getuigenissen na gesprekken met onder andere de CIA besloot om met een controversiële interpretatie van zijn restbevoegdheden de premier te ontslaan. Vergelijkbaar met de situatie in Bosnië kunnen we ons ook hier afvragen, waarom bestaat er überhaupt een gouverneur-generaal in een ogenschijnlijk soeverein land?
Van corporatisme is de VS ook niet vies. Frankrijk's pogingen om een digitale dienstenbelasting in te voeren, die grote Amerikaanse technologiebedrijven zoals Google, Amazon, Facebook, en Apple zou treffen, heeft geleid tot directe dreigementen van vergelding van de Amerikaanse regering. Ondanks de Franse beweringen dat deze belasting noodzakelijk is om eerlijke concurrentie en fiscale rechtvaardigheid te waarborgen, toont de Amerikaanse reactie aan hoe de VS haar economische macht kan inzetten om beleidsbeslissingen in andere landen te beïnvloeden of te ontmoedigen.
De lijst van voorbeelden gaat verder, van de wijdverbreide surveillance door de NSA, onthuld door Edward Snowden, tot het culturele imperialisme tot de blokkade van de Duitse inspanningen rondom de Nordstream-2 pijpleidingen, het roept de vraag op: hoe vrij is het 'vrije westen' eigenlijk? Mijn column is niet bedoeld als ongefundeerde kritiek op de Verenigde Staten; het is enkel een erkenning van een realiteit waar onze voorouders de fundamenten voor hebben gelegd. Deze geschiedenis van samenwerking en bondgenootschap, hoe waardevol ook, mag niet blind maken voor de momenten waarop de balans te ver doorslaat naar ongebreidelde bemoeienis. Publiek bewustzijn en kritische journalistiek zijn essentiële buffers tegen deze tendensen, daarom moeten we Julian Assange beschermen. Of hij inderdaad wordt uitgeleverd blijft spannend, het volgende verhoor is 20 mei, daarna is alles onzeker.
Mirko Gerrits is fractievoorzitter van ZEE in Zandvoort, ondernemer en opiniemaker. Hij schrijft op persoonlijke titel. Volg hem hier op X.