Zuid-Afrika neemt wraak op apartheid
Een soort pot verwijt de ketel, was mijn eerste gedachte toen ik zag dat uitgerekend Zuid-Afrika Israël aanklaagt voor genocide bij het Internationale Strafhof in Den Haag. Uitgerekend het land dat zo lang leed onder het apartheidsregime, meent nu te moeten opkomen voor een terreurorganisatie die het leven van de Palestijnen in Gaza al zestien jaar tot een ware hel maakt. Het slachtoffer van terreur wordt de dader en de dader krijgt sympathie uit een soort misplaatste solidariteit met de onderdrukte Palestijnen.
Zuid-Afrika kent een donkere geschiedenis van racisme en complete segregatie tussen de blanke Zuid-Afrikanen en de zwarte Zuid-Afrikanen. Tussen 1948 en 1990 heersten de blanke inwoners met harde hand over hun zwarte medemens. Na de eerste vrije verkiezingen van 1994, waardoor Nelson Mandela de nieuwe president werd van het land, kent het land eindelijk een vorm van vrijheid. Het einde van het apartheidsregime betekende ook de hernieuwde toetreding van het land tot de internationale gemeenschap. Als volwaardig lid van de Verenigde Naties en andere supranationale organisaties meent Zuid-Afrika nu haar eigen trauma te moeten projecteren op Israël. Hun claims zijn gebaseerd op leugens en misplaatste loyaliteit aan een streven dat helemaal niet bestaat in de wereld van Hamas.