Voor het onderzoek werden duizend mensen tussen de 16 en 30 jaar ondervraagd over hun gevoelens betreffende klimaatverandering. Dit deed Ipsos in opdracht van Milieudefensie.
Hieruit blijkt dat de meeste jongeren vinden dat er soms te veel aandacht is voor de klimaatcrisis. Een kwart (24 procent) vindt dat er vaak te veel aandacht is voor de klimaatcrisis; bij de mannen ligt dit percentage zelfs op 37 procent. Daarbovenop vindt 40 procent van alle ondervraagden dat er soms te veel aandacht is. In totaal vindt slechts een derde dat er nooit te veel aandachtig is voor de klimaatcrisis.
De helft van de jongeren (49 procent) maakt zich geen zorgen om de klimaatcrisis, blijkt tevens uit het onderzoek. Ruim de helft (56 procent) past zijn gedrag niet aan om de klimaatcrisis tegen te gaan, en bijna driekwart (70 procent) doet niet mee aan acties om klimaatverandering aan te pakken.
Daarnaast blijkt het klimaat geen belangrijke factor in de gemoedstoestand van veel jongeren. Ruim de helft (59 procent) wordt niet vrolijker of verdrietiger door het klimaat. Thema's die het gemoed van jongeren meer beïnvloeden, zijn bijvoorbeeld familie, geld, het weer en het nieuws.
Representatief onderzoek?
Volgens Ipsos gaat het om een representatief onderzoek. Maar in het rapport komt ook naar voren dat de overgrote meerderheid van de ondervraagden (93 procent) hoog- of middelopgeleid is. Landelijk ligt dit percentage een stuk lager, namelijk op 63,7 procent. Dit blijkt uit CBS-statistieken van 2021.
Al jaren blijkt uit uit statistieken dat kiezers van partijen als GroenLinks, PvdA, PvdD en D66 gemiddeld hogeropgeleid zijn. De vraag is dus of deze kiezers oververtegenwoordigd zijn in het onderzoek voor Milieudefensie. Maar het antwoord is onduidelijk, omdat Ipsos voor dit onderzoek niet heeft gevraagd naar de politieke voorkeur van de deelnemers.