In een vragenronde aan de CBDC-verantwoordelijke van de Europese Centrale Bank (ECB), Fabio Panetta, merkt Hoogeveen op dat de digitale euro erg leeft in Nederland: "Eind vorig jaar was er een debat in de Tweede Kamer over de digitale euro, en er waren rijen tot buiten, en uiteindelijk kon niet iedereen de zaal in. In het Europese Parlement hebben we dat probleem helaas nog niet, maar het laat zien dat het Nederlandse publiek geïnteresseerd is in dit onderwerp."
Hoogeveen houdt zich als Europarlementariër bezig met de digitale euro. Hij zegt dat de ECB hem toen een aantal beloften heeft gedaan. Allereerst zal de digitale euro niet programmeerbaar zijn, ten tweede zal de digitale euro niet worden geïntegreerd in de Europese Digitale Identiteit. Er zullen ten derde geen negatieve rente of wisselkoers worden geheven op de digitale euro, contant geld zal niet verdwijnen, en er zal geen inzage in de data zijn.
Tot nu toe lijkt de ECB zich aan zijn woord te houden. Deze week heeft de ECB voor het eerst concrete ontwerpdetails bekend gemaakt over de aanstaande digitale euro. Het nieuwe betaalmiddel moet gratis te gebruiken zijn, en zonder beperkingen, laat ECB-bestuurder Fabio Panetta maandag weten. Ook heeft de ECB niet de ambitie om persoonlijke data van zijn gebruikers te gaan opslaan, aldus Panetta.
Maar dan komt Hoogeveen aan op het volgende pijnpunt. Nu de digitale euro zo erg van zijn bevoegdheden wordt gestript, wat hij toejuicht, verdwijnt ook steeds meer de nieuwe mogelijkheden van de digitale euro. Op deze manier zal de digitale euro steeds meer gaan lijken op reeds bestaande betaalmiddelen, en zal het dus geen directe grote voordelen met zich meebrengen. Hoogeveen vraagt zich af wat op termijn de meerwaarde van de digitale euro zal zijn.
Hij legt uit: "We kunnen al direct betalen, je geld is al veilig onder het depositogarantiestelsel, en spreken over 'financiële inclusie' is in de eurozone vrij overbodig. Ik heb hiervoor gewerkt in de private sector, en wil weten: waar is de business case voor de digitale euro?"
Volgens Hoogeveen wordt het eeuwenoude principe van 'vraag en aanbod' niet gehandhaafd. Er is geen vraag, maar wel een aanbod. In dit geval zou er dus geen aanbod moeten zijn vindt, hij.