Jaren celstraf voor asielzoeker die azc-personeel overgoot met kokende olie
De uitgeprocedeerde asielzoeker Tareq S. (44) heeft in hoger beroep een zwaardere straf opgelegd gekregen voor de brute aanval op twee medewerksters van een asielzoekerscentrum in Sweikhuizen. Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelt hem tot veertien jaar gevangenisstraf, twee jaar meer dan eerder door de rechtbank was opgelegd.
De aanval vond plaats op 27 januari 2022 in het Limburgse asielzoekerscentrum in Sweikhuizen. Uit woede over een dreigende overplaatsing besloot de Iraniër Tareq S. om twee pannen met gloeiendhete olie uit te gieten over twee vrouwelijke COA-medewerkers. De gevolgen van deze aanval waren ernstig: beide vrouwen liepen zware brandwonden op en moesten naar gespecialiseerde brandwondencentra in Aken en Keulen worden gebracht. De slachtoffers hebben sindsdien meerdere operaties ondergaan en zullen blijvende littekens dragen.
Tareq S. verklaart dat hij de ernst van de gevolgen niet had verwacht. Hij gaf aan dat hij 'alleen een klein beetje' schade wilde aanrichten. Het hof en de advocaat-generaal beschouwen deze verklaring als ontoereikend gezien de ernstige verwondingen van de slachtoffers. De asielaanvraag van Tareq S. was al tweemaal afgewezen, en hij zat tijdens de aanval in het proces van zijn derde.
Het hof oordeelt dat Tareq S. de vrouwen 'in de val heeft gelokt' door een tissue in brand te steken onder een brandmelder, waardoor het alarm afging. Toen de vrouwen te hulp schoten, overgoot hij hen op de trap met hete olie. Het hof acht mishandeling met voorbedachten rade bewezen en veroordeelde Tareq S. tot veertien jaar gevangenisstraf. Daarnaast moet hij de slachtoffers bijna 109.000 euro aan schadevergoeding betalen.
De slachtoffers zijn opgelucht met de zwaardere straf die het hof oplegde. Een woordvoerster van Namens de Familie, die de slachtoffers vertegenwoordigt, verklaarde dat een van de slachtoffers de hogere straf als 'het juiste signaal' beschouwt voor iedereen die op dergelijke brute wijze probeert verblijf in Nederland af te dwingen. Ze voegde toe: “Nog beter zou zijn geweest als hij levenslang in zijn thuisland had gekregen. Door het indienen van hoger beroep toonde de dader geen enkel berouw, hij is een gevaar voor de maatschappij.”
Het andere slachtoffer geeft aan dat geen enkele straf recht kan doen aan de ernst van de feiten die zijn gepleegd. “Zij is voor een groot deel verminkt en moet voor de rest van haar leven de gevolgen van zijn daden accepteren,” aldus de woordvoerster. Ondanks de zwaarte van het hoger beroep voelt dit slachtoffer zich nu gehoord, gesteund en serieus genomen door de hogere strafmaat.