De échte asielkosten in Nederland: 400 miljard euro
In Nederland is er volop aandacht voor de asielproblematiek, maar wat zijn de échte asielkosten? Een Nederlandse studie, 'Grenzeloze Verzorgingsstaat', laat zijn licht hierover schijnen. Wat blijkt: de Nederlandse belastingbetaler was maar liefst 400 miljard euro kwijt in de afgelopen 24 jaar.
De studie 'Grenzeloze Verzorgingsstaat' onderzoekt de impact van migratie op de publieke financiën van Nederland. Net als Duitsland besteedt Nederland meer dan 30 procent van zijn overheidsuitgaven aan sociale zekerheid, waartoe migranten ruime toegang hebben. Het percentage migranten in beide landen ligt rond de 13 procent.
De studie concludeert dat migratie aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Van 1995 tot 2019 bedroegen de nettokosten van migratie voor Nederland ongeveer 400 miljard euro. Deze kosten komen voornamelijk voort uit de herverdeling via het sociale zekerheidssysteem. Dit bedrag is bijna gelijk aan de totale staatsschuld van Nederland eind 2023.
De financiële bijdragen van migranten variëren sterk per groep. EU-studenten en arbeidsmigranten uit westerse landen dragen positief bij aan de Nederlandse economie. Daarentegen leveren migranten die om redenen van familiehereniging of asiel komen, vooral uit het Midden-Oosten en Afrika, een negatieve nettobijdrage.
Opleidingsniveau blijkt bepalend
Een belangrijk factor voor positieve economische bijdragen is het opleidingsniveau van migranten. Migranten met een hoger opleidingsniveau, zoals minimaal een bachelor, hebben een grotere kans om succesvol te integreren en economisch bij te dragen. Echter, de meeste migranten voldoen niet aan deze criteria, wat leidt tot hogere kosten voor de staat.
Naast opleiding speelt de culturele afstand tussen de herkomstlanden van migranten en Nederland een rol in de integratie. Groepen migranten uit culturen die ver verwijderd zijn van de Nederlandse cultuur, zoals Afrikaanse en islamitische landen, hebben meer moeite met integreren en dragen minder bij aan de economie.
Opvallend is dat goed geïntegreerde en gekwalificeerde migranten vaak terugkeren naar hun landen van herkomst, terwijl migranten die het meest afhankelijk zijn van sociale voorzieningen en de grootste culturele afstand hebben, langer blijven.