Kwalijke taboeïsering van de olifant in de kamer: de demografische transitie
In een onderzoek vroeg de ‘VN populatie commissie’ zich al in het jaar 2000 af of ‘vervangingsmigratie een oplossing is voor afnemende en vergrijzende bevolking’. Die vervangingsmigratie noemen we in Nederland doorgaans ‘omvolking’ maar dat mag dus niet meer van de Linkse Kerk.
Dat is achteraf trouwens wel een beetje een raar onderzoek van de VN, want de omvang van de wereldbevolking was in de voorgaande eeuw nu juist gestegen van 1,6 miljard naar 6 miljard mensen, dus van afnemen of vergrijzing kon geen sprake zijn. Het hoogtepunt van deze groei lag rond 1970 toen het percentage boven de 2% per jaar lag en daarna nam de groei ietwat af. Per saldo is er geen sprake van een afnemende bevolking, maar van een groeiende wereldbevolking. Dat is op zichzelf geen probleem, behalve als de lokale culturele structuur niet in staat is om die bevolkingsgroei vergezeld te doen gaan van overeenkomstige groei van de voedselproductie. Met name de landen in Afrika en het Midden-Oosten slagen daar totaal niet in, ondanks bijna honderd jaar aan ontwikkelingshulp.