SGP: behoud vetorecht van EU-landen!
Nederland moet nooit het vetorecht opgeven in het EU-beleid. Afschaffen van het veto ondermijnt de eigen soevereiniteit èn het draagvlak voor de Europese samenwerking. De veto’s zijn het laatste redmiddel tegen een te machtig Brussel. De EU moet maar accepteren dat het niet àlles kan bepalen, schrijft SGP-Europarlementslid en lijsttrekker Bert-Jan Ruissen.
Vetorechten zijn weer terug als onderwerp van discussie. Pro-Europese partijen zoals Volt en ChristenUnie vragen dezer dagen om ze maar verder af te schaffen: bij besluiten over vooral buitenlands beleid zouden regeringen niet meer mogen dwarsliggen.
Maar vetorechten inleveren zou echt erg onverstandig zijn. Alleen met dit recht in de hand kan onze regering nog EU-besluiten voorkomen waar we het echt mee oneens zijn. Als we alle vetorechten zouden afschaffen, raken we te veel zeggenschap kwijt.
Het is juist goed dat er nog een vetorecht zit op de EU-meerjarenbegroting bijvoorbeeld. Anders zou de EU-begroting helemaal de pan uitrijzen. En krijgt Nederland een nog hogere rekening gepresenteerd: we geven als het ware de sleutels van onze schatkist aan andere EU-landen.
En als het vetorecht eraf gaat ook in het buitenlands beleid, kan een meerderheid van EU-landen (feitelijk vooral de grotere landen) Nederland dwingen iets te slikken wij onverantwoord vinden.
Momenteel is het vooral Hongarije dat dwarsligt bij bepaalde besluiten voor buitenlands EU-beleid. Soms op het irritante af en de Hongaarse gaat hierin best wel erg ver. Maar ondertussen is het wel het goed recht van de regering daar. Eerder hebben ook andere landen wel een veto gebruikt: de Franse regering bleef in de jaren zestig zelfs een half jaar weg bij EU-vergaderingen! Wie herinnert zich niet de Britse premier Margaret Thatcher: zij gebruikte in 1979 haar veto tegen de EU-begroting. Ze vond dat de Britten te veel moesten betalen: “I want my money back!”, zei ze. En zo kreeg ze haar zin, terecht.
Een veto komt dus pas op tafel bij zwaarwegende redenen voor een democratisch gekozen regering in een EU-land.
Maar de pro-Europese partijen, die meer macht willen voor Brussel, noemen dat veto maar lastig: ze willen dat de EU-landen bij meerderheid gaan beslissen in plaats van unanimiteit. Dat is “efficiënt” en zo kan de Europese Commissie soepeler en vaker beslissen (lees: besluiten doordrukken). Veelgehoord argument is dat de EU dan beter kan opboksen tegen Rusland en China.
Maar het argument van efficiëntie is echter niet sterk: democratie is per definitie niet efficiënt, want het gaat om inspraak van uiteindelijk de hele bevolking. Rusland en China hebben een efficiënter landsbestuur, omdat het feitelijk dictaturen zijn: één man kan beslissen zonder veel inspraak. Die kant moeten we helemaal niet op in de Europese Unie!
Bovendien is het nogal kortzichtig om het vetorecht af te schaffen omdat één bepaald land (Hongarije) momenteel tijdelijk wat vaker dwarsligt. Nu is het Hongarije, maar straks is het wellicht Nederland dat een sterke reden heeft om ergens tegen te zijn. En dan staan we aan de zijlijn te mopperen met spijt in het hart!
Grenzen
Wat dan? De conclusie moet zijn dat de EU de grenzen heeft bereikt. Voorstellen die op vetorechten stuiten, moeten terug naar de tekentafel. Die gaan gewoon te ver: een minder vergaand voorstel maakt wellicht meer kans. Brussel moet aanvaarden dat het niet alles kan beslissen.
Als een groepje landen toch graag iets wil, kunnen zij eventueel zelf samen daartoe besluiten. Denk aan bijvoorbeeld bepaalde militaire hulp aan Oekraïne, wat nu actueel is: als één land niet wil meedoen, moet dat toch kunnen? Wat is daarvan nu eigenlijk het probleem? Daarvoor hoeven niet alle landen voor altijd het laatste restje veto’s in te leveren.
De EU moet maar accepteren dat het niet àlles kan bepalen.
------------------
Bert-Jan Ruissen, Europarlementslid en lijsttrekker SGP