De uitdaging van multiculturalisme en de rechtsstaat in Nederland
Volgens het ‘Nationaal Comité 4 en 5 mei’ mogen we terugkijken op “een waardige, onverstoorde herdenking.” De herdenking is inmiddels verworden tot een magistrale aanfluiting dankzij de import van mohammedanen en geleidelijk aan komt dan ook de term ‘muslimenfrage’ op.
De Dodenherdenking markeert een belangrijke en tragische periode in de Nederlandse en Europese geschiedenis, die geen discussie of misbruik voor politieke doeleinden duldt. Dat in Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht echter, is voor verschillende groeperingen kennelijk een afschuwelijke gedachte. Dat ook joden worden herdacht is helemáál onverteerbaar voor met name moslims, in het bijzonder omdat hun heilige boek hen opdraagt Joden te haten en voor zoveel mogelijk uit te roeien. Hoe zich dit verhoud met artikel 1 van onze Grondwet, normaliter toch een wet waarop deze groeperingen veelvuldig beroep doen, laat zich niet moeilijk beantwoorden: de koran is volledig in strijd met deze basisregel van onze rechtsstaat. Het is onbegrijpelijk dat een ‘geloof’ als dit, in ons land erkend wordt als religie.