Rechter gaat tegen Raad van State-advies in: derdelanders mogen wél blijven
De Vreemdelingenkamer van de rechtbank in Roermond heeft besloten dat drie personen die als derdelanders worden beschouwd, voorlopig in Nederland mogen blijven. Derdelanders zijn niet-Oekraïners die in maart 2022 met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne verbleven toen Rusland het land binnenviel. Een deel van hen is naar Nederland gevlucht.
De meervoudige rechtbank heeft met deze uitspraak een ander standpunt ingenomen dan de Raad van State. De Raad van State oordeelde eerder dit jaar dat de tijdelijke bescherming van deze groep in maart afliep. Derdelanders die geen asiel aanvroegen, kregen tot 2 april de tijd om Nederland te verlaten.
'Dit strekt echter niet zo ver dat de rechtbank haar ogen moet sluiten voor het juridische gevolg van de politieke keuze om aanvankelijk ook derdelanders uit Oekraïne die een tijdelijk verblijfsrecht hadden, tijdelijke bescherming te bieden', schrijft de rechtbank in zijn eindoordeel.
VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans denkt er het zijne van. 'Een lagere rechter die ingaat tegen de hoogste rechter. Met respect voor de trias politica, maar dit is in het asielsysteem toch wel een merkwaardige rariteit. Zoals de rechter zelf aangeeft: de gevolgen van deze uitspraak zijn inderdaad onwenselijk. Dit lokt nog meer rechterlijke procedures uit en vertraagt de terugkeer. Zo dijt de asielcrisis verder uit, terwijl derdelanders snel moeten vertrekken naar hun veilig thuisland. Terecht dat het kabinet direct in hoger beroep gaat. Als er juridische ruimte is moet gedwongen terugkeer zsm plaatsvinden!', schrijft de VVD'er op X.