Waarom Bosma Kamervoorzitter wil worden: 'Ik droom van een Kamer die niet bang is voor het debat'
PVV-Kamerlid Martin Bosma maakte zondag bekend zich te hebben gekandideerd voor het Kamervoorzitterschap. Dat laat hij via de Griffie weten in een Kamerbrief. Bosma deed al twee eerdere gooien naar het voorzitterschap, maar lijkt ditmaal de meeste kans te maken om het te worden. Waarom ambieert Bosma deze functie al zolang? In een brief legt hij uit dat het zijn levensmissie is om de Tweede Kamer weer leven in te blazen. Volgens hem is het nu grotendeels een tandeloos orgaan.
Martin Bosma stuurde de volgende brief naar de Tweede Kamer: 'Dit is geen tijd voor experimenten. Het afgelopen jaar vormde een roerige periode voor de Kamer. Toeslagen, asiel, stikstof. Met op de eerste dag van het zomerreces ook nog eens de val van het Kabinet. De politieke tornado is nog lang niet uitgeraasd. Het ziet ernaar uit dat we aan de vooravond staan van nog veel meer turbulentie. Nog nooit is politiek Den Haag zo fluïde geweest met grote onzekerheden. Het overzichtelijke traditionele beeld met drie of vier stabiele partijen die voortkwamen uit de verzuiling behoort tot het verleden. Fracties komen en gaan. Welk kabinet straks op het bordes staat is onzeker. Sommigen opteren zelfs voor een minderheidskabinet of een zakenkabinet, waarbij het zwaartepunt nog meer bij de Kamer terecht komt.'
'In die turbulentie is het van groot belang dat de hamer wordt gehanteerd met vaste hand. Daarom kandideer ik mij voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Na de verkiezingen van 2010 werd ik ondervoorzitter van ons mooie parlement en lid van het Presidium. Sindsdien heb ik ontelbare malen op ‘de stoel’ plaatsgenomen. Ik heb enorm veel debatten voorgezeten. Altijd ben ik erin geslaagd de Kamer in rustig vaarwater te houden.'
'Het enige dat ik de Kamer te bieden heb is wat ik het afgelopen anderhalf decennium heb laten zien. Dus een strakke leiding: geen gedonder in de zaal als ik er zit. Altijd een oog op de klok, want het licht moet echt om elf uur uit. We hebben namelijk ook een leven buiten de politiek. Geen ellenlange uitweidingen, geen grove taal, geen gedoe. Dat allemaal in een strikte neutraliteit, dus helder tegenover elke fractie. Zo kunnen we doeltreffend en puntig doen waartoe wij zijn geroepen: het controleren van het kabinet en het vertegenwoordigen van onze kiezers.'
'Tegelijkertijd heb ik altijd groot belang gesteld in een ontspannen sfeer. Het is serieus werk dat we doen, maar dat is nog geen reden tot verbetenheid. Ik streef naar een zekere luchtigheid in de debatten die ik voorzit. Die combinatie van strak en ontspannen is altijd bijzonder gewaardeerd door diverse jaargangen Kamerleden. Bij het personeel geniet ik om die reden ook een zekere steun. Belangrijk, want zij stellen ons in staat ons werk te doen.'
'Als lid van het presidium heb ik mij ontelbaar veel uurtjes ingezet voor het algemeen belang van de Kamer. Ook daar heb ik mijn best gedaan strikt neutraal te zijn en elk deelbelang buiten de deur te houden. Onder mijn leiding zal ik het beleid voorzetten van de vier voorzitters die ik heb mogen dienen. Continuïteit staat steeds voorop. De olietanker blijft gewoon op koers. De enige discontinuïteit die ik nastreef is dat we zo snel mogelijk ons huidige onderkomen verlaten en terugkeren naar het Binnenhof.'
'De macht van een voorzitter moet niet overschat worden. Toch droom ik van een Kamer die eerder leeuw is dan lam. Een Kamer die zich positioneert, zoals Marga Klompé het formuleerde, als de ‘tegenspeler en bewaker van overheidsmacht’. Zaken als de informatieplicht (artikel 68 Grondwet) worden daarom constant bewaakt. De rechten van kleine fracties moeten behouden blijven. De ondersteuning van ons werk is altijd op orde en onze Kamercommissies moeten voldoende geoutilleerd zijn. Als werkgever van 700 mensen houden we constant oog voor de sociale veiligheid van onze hardwerkende Kamerambtenaren. Dat is een erekwestie.'
'En ik droom van een Kamer die niet bang is voor het debat, maar het juist omarmt. Een Kamer die politiek bedrijft. De eerste keer dat de Grondwet onze volksvertegenwoordiging noemt is artikel 50: De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. En zo is het maar net: iedereen moet zich kunnen herkennen in ons parlement. Samen met de nieuwe griffier en een nieuwe Kamer liggen er gouden kansen te laten zien dat wij een échte volksvertegenwoordiging zijn.'
'Ik zie uit naar de plenaire behandeling van mijn sollicitatie in het plenaire debat van donderdag', schrijft Bosma.