De Jonges laatste plan lijkt meerderheid te halen in Eerste Kamer
De Wet betaalbare huur van afzwaaiend woonminister Hugo de Jonge lijkt ook in de Eerste Kamer voldoende steun te krijgen. De wet beoogt te hoge huurprijzen aan te pakken via een puntensysteem.
Met deze wet zouden de huurprijzen van ongeveer 300.000 woningen met gemiddeld 190 euro per maand dalen. In de Tweede Kamer kreeg De Jonge al steun van de PVV, en deze steun lijkt zich nu ook in de senaat voort te zetten. Wel wil de PVV de gevolgen van de wet nauwgezet monitoren.
Critici vrezen dat verhuurders hun panden massaal zullen verkopen omdat de lagere huurprijzen verhuur minder rendabel maken. Dit zou kunnen leiden tot een kleiner en duurder vrijesectorwoningaanbod. De Jonge erkende dat het wetsvoorstel voor veel onrust heeft gezorgd in de sector.
BBB en VVD uitten de meeste zorgen tijdens de debatten over de huurwet. Mona Keijzer van BBB, mogelijk de volgende woonminister, noemde de wet een inbreuk op het eigendomsrecht en een "hypotheek op de portemonnee van anderen".
In de Eerste Kamer blijft BBB fel tegen de wet. Partijen vrezen dat de vrije huursector kleiner en duurder wordt. Als woningen uit de vrije sector in het gereguleerde segment terechtkomen, worden vrijesectorwoningen schaarser en dus duurder. Dit kan nadelig zijn voor mensen die niet in aanmerking komen voor sociale of middenhuurwoningen.
Ondanks het verzet van BBB, VVD en andere rechtse partijen, lijkt er voldoende steun te zijn voor de wet. Naast linkse partijen steunen ook het CDA en de ChristenUnie de plannen van De Jonge. Als de Eerste Kamer volgende week instemt, treedt de wet op 1 juli in werking.
Econoom fileert nieuwe huurwet van De Jonge
Econoom en voormalig CPB-directeur Coen Teulings waarschuwt in het radioprogramma Sven op 1 dat de Wet betaalbare huur onverstandig is. Hij vreest dat mensen met weinig eigen vermogen door dit beleid benadeeld zullen worden. "Voor eigenaars en bewoners blijft het behapbaar, maar voor mensen die moeten huren, verkleint het aanbod."
Teulings constateert dat de woningmarkt steeds verder verstoord raakt door deze vorm van regulering. "Het binden van huur aan regels is misschien geschikt voor Almelo, maar niet voor Amsterdam, omdat deze regulering niet overeenkomt met de marktverhoudingen." Hij voorspelt dat mensen geen huurwoningen meer zullen aanbieden en dat de woningbouw tot stilstand zal komen. "Op de lange termijn kan dit beleid niet slagen."
De econoom stelt dat de overheid uiteindelijk de rekening zal moeten betalen. "Woningen zijn simpelweg duur en als je onder de markt bouwt, moet de overheid uiteindelijk betalen." Hij illustreert dit met een voorbeeld: "Als mensen de kans krijgen om ver onder de markt een woning in het centrum van Amsterdam te huren, zullen ze daar niet snel vertrekken. Deze woningen komen dan niet meer beschikbaar."
Als deze mensen toch vertrekken, kiezen de eigenaren waarschijnlijk voor verkoop in plaats van verhuur, legt Teulings uit. "Omdat de huurinkomsten ver onder de marktprijs liggen, kan de eigenaar veel meer krijgen bij verkoop." Dit leidt tot een vermindering van het aantal huurwoningen.