Pieter Omtzigt is nu bijna twee jaar lang al een zelfstandig, onafhankelijk Tweede Kamerlid. In juni 2021 brak hij met het CDA. Sindsdien moet hij alles, als eenpitter, zelf regelen. Ondertussen wordt hij van alle kanten tegengewerkt: hij krijgt, als afgesplitst Tweede Kamerlid, minder budget, minder spreektijd én hij mag niet stemmen tijdens commissievergaderingen.
In gesprek met de NRC vertelde Omtzigt eerder al hoe hij, ondanks de vele beperkingen, toch zijn stempel probeert te drukken in de Tweede Kamer. Doordat hij met een kwart van het budget van een normale eenmansfractie moet werken, werkt hij met tal van vrijwilligers, vijf stagiairs en drie parttime fractiemedewerkers. Op die manier kan hij met zijn team toch zijn stempel drukken op enkele, cruciale dossiers.
Omtzigt ziet de beperkingen zoals minder budget, minder spreektijd en een ontzegging van het stemrecht van commissieregeringen als een zorgelijke straf. Het zorgt er namelijk voor dat kritische coalitiepolitici minder snel breken met hun fractie: "Kamerleden van de regeringscoalitie kunnen met de dreiging van straf zwaar onder druk worden gezet."
Volens Omtzigt is de ontzegging van het stemrecht zelfs ongrondwettelijk: "Ik ben evenveel Kamerlid als de anderen volgens de Grondwet. Ruim 300.000 mensen hebben op mij gestemd."
Toch is Omtzigt blij dat hij heeft gebroken met het CDA, hij voelt namelijk nu niet meer de druk van de coalitie.
Flauwe grap CDA
Omtzigt wilde donderdag deelnemen aan een commissiedebat van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), hiervoor vroeg hij toestemming, waarop een CDA'er zich afvroeg of men Omtzigt niet kan weren. De grap was niet al te grappig, aldus Omtzigt.
'Ik heb geen vaste lidmaatschappen van vaste Kamercommissies meer. Gevolg: ik moet dus toestemming vragen om mee te doen en heb geen stemrecht in commissies. Dat is niet zo heel erg grappig (en ook niet zo heel erg democratisch)', schrijft Omtzigt over het voorval.