Dinsdag vond er een commissiedebat over de integriteit van het openbaar bestuur. Hierbij neemt PVV-Kamerlid Martin Bosma de gelegenheid om een aantal misstanden bij D66 aan te kaarten.
Zo spreekt hij over de activiteiten van het adviesbureau Dröge & van Drimmelen. Dit is een kantoor dat D66-prominent Frans van Drimmelen gebruikte om bij partijgenoten te lobbyen voor allerlei belangen. Sinds kort is het bureau omgedoopttot Publyon.
Een tijd geleden kwam Van Drimmelen landelijk in opspraak vanwege een MeToo-schandaal. Volgens Bosma was dit een unieke situatie. "De seksschandalen bij D66 wierpen een licht op de omgangsvormen binnen die partij," trapt Bosma af. "Maar ze gaven ook eventjes een inkijkje in de duistere verwevenheid van die club - de machtspartij bij uitstek - met het lobbykantoor Dröge & Van Drimmelen."
Bosma begint zijn betoog: "Terug in de tijd, in 2002, werd Pechtold partijleider. Hij zegt: 'Ik was het gezicht dat de partij moest verkopen, maar niet veel meer: Frans deed verder alles.' Frans van Drimmelen neemt de dagelijkse bestuursaangelegenheden voor zijn rekening. Van Drimmelen runt op dat moment dus een lobbybedrijf én een politieke partij. De lobbyist mag meepraten met de Tweede Kamerfractie. Hij is altijd aanwezig."
Frans van Drimmelen
Bosma stelt dat Van Drimmelen achter de schermen de touwtjes in handen had. Híj bepaalde welke D66'er er op welke positie komt. Hij bepaalde wie mocht meedoen aan drilprogramma's voor D66-toptalenten en wie mocht doorstomen naar de nationale politiek. Zelfs partijprominenten Sigrid Kaag en Kajsa Ollongren zijn geselecteerd door Van Drimmelen, stelt Bosma
Hij vervolgt: "Dan voorjaar 2006. D66 staat op nul zetels. Er vindt een dramatische vergadering plaats, een nieuwe groep neemt het touw in handen. Aanwezig: Gerard Schouw, Ingrid van Engelshoven, Gerben Gerbrandy, Frans van Drimmelen, Alexander Pechtold. Opvallend: al deze mensen hebben een relatie met Dröge & Van Drimmelen, bijvoorbeeld doordat ze er partner zijn of worden. Het is in feite een lobbykantoor dat zich ontfermt over een politieke partij die op sterven na dood is."
Hij vervolgt: "De Volkskrant schrijft dat het Van Drimmelen is die bepaalt 'wie kans maakt op posities als Kamerlid en lid van het Europees Parlement'. Op het partijcongres van D66 wordt de lobbybaas openlijk verdedigd door de hele partijtop: Pechtold, Sophie in 't Veld, Thom de Graaf - 'O, wat is hij integer'."
'Volgeplempt met D66'ers'
De benoemingen blijven maar doorgaan, stelt Bosma: "De politiek secretaris van D66 in Amsterdam-Zuid werkt voor Dröge & Van Drimmelen. Wij herinneren ons de Kaag-documentaire, uitgezonden door NPO66: de legendarische conversatie op de achterbank. Mevrouw Kaag is geschokt over de opkomst van partijen zoals de mijne. Dan vraagt ze: wie zijn die mensen? Het antwoord komt van de voorlichter, die werkt nu voor Coca-Cola: een klant van Dröge & Van Drimmelen."
Volgens Bosma is de rode draad niet moeilijk te vinden: "Overal in Nederland worden de instanties volgeplempt met D66'ers: de NS, Raad van State, tot voor kort de NPO, de Tweede Kamer, tot voor kort Rabobank, KLM, ANWB, Consumentenbond. Van Drimmelen zag het als zijn taak overal posities te veroveren voor zijn partij, en daarmee dus voor zijn lobbybedrijf."
Hij besluit: "Dröge & Van Drimmelen is vooral sterk in de Groene Maffia: de branche die zich schathemeltje kan verrijken met windturbines, zonnepanelen etc. Het kabinet geeft 108 miljard euro uit aan klimaatwaanzin. Wat is dit anders dan het creëren van één grote voedseltrog voor klanten van Dröge & Van Drimmelen? Hoe staat de minister tegenover deze D66-netwerkcorruptie die zich als een niet te stuiten venerische ziekte heeft ingevreten in het openbaar bestuur?"