Eerder deze week zei Rijxman haar wethouderschap in Amsterdam na acht maanden neer te leggen. Sinds haar aanstelling in de zomer van 2022, is ze geregeld in opspraak gekomen. In haar afscheidsbrief erkende Rijxman dat zij 'te vaak het onderwerp van gesprek' is geweest, en niet het idee heeft dat zij in haar functie volledig tot haar recht kon komen.
'Het wethouderschap in Amsterdam past minder goed bij me, dan ik van tevoren heb gedacht. Ik voel mij niet meer lekker in de rol en daar heb ik vandaag mijn conclusie uit getrokken,' schreef ze dinsdag. Ze heeft nu recht op twee jaar wachtgeld.
Maar volgens oud-wethouder Geert Dales was Rijxmans vertrek minder vrijwillig. 'De werkelijke reden van Rijxmans vertrek [...] is niet haar mislukte wethouderschap. Dat zou, hoe beroerd ze het ook deed, na acht maanden wel heel erg snel zijn,' schrijft hij.
De echte oorzaak zou zijn dat Rijxman 'openlijk en onverholen kritiek' heeft geleverd op GL-wethouder Touria Meliani betreffende de terugvordering van het Amsterdamse subsidiegeld voor het mislukte onderzoek naar de verrader van Anne Frank. Toen dit conflict niet werd opgelost, zou Rijxman te horen hebben gekregen van burgemeester Femke Halsema (GL) dat ze kon vertrekken, aldus Dales.
Woede bij Meliani en Halsema
Het zit zo: vorig jaar zag de gemeente Amsterdam maar liefst een ton aan subsidiegeld verdampen aan het project 'Cold case Anne Frank': een onderzoek naar wie de werkelijke verrader van Anne Franks onderduikadres is geweest. In het resulterende boek van dit project, Het verraad van Anne Frank werd de joodse notaris Arnold van den Bergh aangewezen als de hoofdverantwoordelijke. Maar zijn nazaten en een reeks onderzoekers 'maakten gehakt' van het gedane onderzoek, en het boek werd uit de handel gehaald.
Rijxman werd belast met de taak om te onderzoeken of de ton aan verdampt Amsterdams subsidiegeld kon worden teruggevorderd. Maar een tijdje later bleek bij een raadscommsievergadering dat Rijxman niet eens had geprobeerd om 'serieus te onderzoeken of terugvordering al dan niet juridisch haalbaar was, terwijl deskundigen stelden wel degelijk goede kansen te zien', schrijft Dales.
Toen dit bekend werd in de vergadering, 'brak de pleuris uit', aldus Dales. En er kwam nog meer: 'In het tumult van dat debat liet Rijxman zich ineens ontvallen dat als het aan haar had gelegen die subsidie nooit zou zijn verstrekt.'
Dit was 'een keiharde trap onder de gordel' van GL-wethouder Touria Meliani, schrijft Dales. Meliani is de wethouder van de portefeuilles Kunst en Cultuur, en van Inclusie en Anti-discriminatiebeleid. Daarnaast is ze bestuurder van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Geen excuses
Er werden excuses geëist van Rijxman, maar deze kwamen niet. Vervolgens werd er een agendapunt van gemaakt bij het College. Rijxman zou in deze tijd op zoek zijn gegaan naar 'empathie van collega's', en hebben gezegd dat ze in de uitoefening van haar wethouderschap 'last had van anti-semitische en homo-vijandige sentimenten', aldus Dales
Deze beweringen wekten echter geen empathie, maar juist irritatie bij collega's, schrijft Dales. Bovendien zou Rijxman 'dit trucje eerder hebben gehanteerd' toen ze veel kritiek kreeg omdat ze een vakantietripje met Cultuur-staatssecretaris en dus NPO-financierder Sander Dekker (VVD) had verzwegen.
Meliani eiste opnieuw openbare excuses van Rijxman, maar dit weigerde de D66-wethouder opnieuw. 'Vervolgens kreeg ze van Halsema te horen dat ze kon opkrassen,' besluit Dales.
Rijxman, Halsema en Meliani hebben vooralsnog niet gereageerd op de gedane beweringen van Dales.