Over de nieuwe pensioenwet: Of hoe je het ‘beste stelsel ter wereld’ kapot kunt maken
Klaas Maas is in de pen geklommen om een open brief te schrijven aan de Minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, Carola Schouten. In de brief kraakt Maas het nieuwe pensioenstelsel flink af.
INLEIDING
Het nieuwe stelsel schaft het oude stelsel af en zet de in dat stelsel verdiende aanvullende ouderdomspensioenen (kortweg de pensioenen) op de tocht. Er is geen garantie dat de binnen het oude stelsel verdiende pensioenen één op één zullen overgaan naar dat nieuwe stelsel. En dat geldt dan niet alleen het uitgekeerde bedrag maar ook de aanspraken op de vanaf 2009 niet uitbetaalde indexaties waarvoor immers nu nog geldt dat die met terugwerkende kracht alsnog uitbetaald zullen worden wanneer het perspectief van het fonds zulks weer toelaat. Zolang u die garantie niet kunt geven bent in feite bezig met een soort oplichting: met de overgang naar het nieuwe stelsel wordt mijn pensioen minder waard. Om dit helder toe te lichten:
DNB heeft onderzoek gedaan naar de overheveling van de pensioenen van het huidige stelsel naar het nieuwe stelsel en constateert dat in bijna alle gevallen de pensioenbedragen hoger worden. DNB ziet daarbij over het hoofd dat de huidige pensioenbedragen nu reeds ca. 25 procent te laag zijn t.g.v. het inhouden van de indexeringen vanaf 2009, en ook omdat aan de huidige pensioenen nog geen enkele compensatie is gegeven voor de recente drastische stijging van de inflatie. Om een en ander te redresseren zouden de pensioenen bij de overgang naar het nieuwe stelsel met tenminste 35 procent moeten worden verhoogd.
HET WETSVOORSTEL WET TOEKOMST PENSIOENEN
“We gaan onze pensioenen toekomstbestendig maken, zegt Smals (VVD), met behoud van de sterke elementen van het bestaande stelsel. De huidige regels benadelen jongeren, en dat verandert met het afschaffen van de zogeheten doorsneesystematiek.”
Met deze keiharde leugen opent de formele samenvatting van het debatverslag van de Tweede Kamer van 2 november jl. aangaande het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen. Die huidige regels zijn namelijk voor ouderen en jongeren gelijk: ouderen waren jongeren toen zij begonnen, jongeren zullen ouderen zijn als zij met pensioen gaan. Bij gelijk blijvende regels kan er dus geen sprake van benadeling zijn. De doorsneepremie is geen vorm van diefstal en hevelt geen geld over van jong naar oud. Alle ouderen zijn ook jong geweest en hebben toen ook de doorsneepremie betaald.
In de jaren 1980, toen ik ‘jongere’ was, bedroeg het nationaal pensioenvermogen minder dan éénmaal ons BBP. Dat is nu ca. 2-maal ons BBP (ca. 1500 miljard) maar was begin 2022 zelfs bijna 2,5 maal ons BBP - ca. 1900 miljard ja. De knoeiers die voor die laatste dip verantwoordelijk zijn dienen daar nog op aangesproken te worden. Was de doorsneepremie wèl een vorm van overheveling van de beleggingsopbrengsten van de premies van de jongeren naar de pensioenuitkeringen van de senioren (de klacht dus van de jongerenorganisaties, van de SER en van de stelselhervormers) dan zou de boven omschreven aanwas van het nationaal pensioenvermogen godsonmogelijk zijn geweest want die overheveling zou inhouden dat onze senioren met hun pensioenuitbetalingen reeds door de beleggingsopbrengsten van hun eigen inleg (40 jaar premiebetaling) heen zouden zitten en nu dus uitbetaald moesten worden uit de beleggingsopbrengsten van de premies van “de jongeren”; (waarom niet van de vijftigplussers?, of van de veertigplussers?, omdat “de jongeren” als de meest meelijwekkende slachtoffers gepresenteerd kunnen worden!). En het zou dus ook inhouden dat ons pensioenstelsel verkeert in een interingsfase: Op weg is te muteren van een beleggingsstelsel naar een omslagstelsel! Dat direct uit de premieopbrengsten betaald moet worden! (Stel u voor: weg zijn de beleggingsopbrengsten.). Om die fantasieën aangaande de doorsneepremie te horen verdedigen moet je terecht bij hoogleraren in de economie, zoals professor Knoef (SER), of professor Sweder van Wijnbergen (UvA). Maar dat u, NB een universitair gediplomeerd bedrijfskundige, deze aan de Nederlandse senioren geadresseerde lasterlijke leugens niet corrigeerde is laakbaar en het waarom begrijp ik niet. Doet het u genoegen dat de generatie van uw ouders belasterd wordt als de dieven van hun eigen kinderen? Of bent u een in de politiek omhoog gevallen streber zonder eigen moreel inzicht die gewoon een wetsvoorstel er door moet rammen waarbij de inhoud of de argumentatie er eigenlijk niet toe doet?
Heeft het zin om op deze kwestie te blijven hameren? Ja! Het is het meest aansprekende argument voor de voorgenomen omzetting van ons pensioenstelsel. Dat dus wordt omgezet om een ingebeelde fout (de doorsneepremie) te verwijderen. Waarbij de zeer reële fout van de dekkingsgraadberekeningsmethodiek die nog nooit een correcte uitkomst gaf maar enkel wordt aangehouden om de indexering van de pensioenen te kunnen verbieden, wordt gehandhaafd! Dit alleen al zet u in ethisch opzicht op het verkeerde been: U bent bezig met een soort oplichterstruuk.
In werkelijkheid zag het Nederlands pensioenstelsel (alle fondsen samen) haar vermogen dus niet interen maar toenemen van ca. 600 miljard in het najaar van 2008 (de bankencrisis ja) tot bijna 1900 miljard in het voorjaar van 2022. En toen gingen de rentes omhoog en toen werden de op rentedaling gekochte beleggingsderivaten (een beschermingsconstructie tegen de perverse fout in de voorgeschreven berekeningswijze van de dekkingsgraden) verlieslijdend en toen viel Poetin Oekraïne binnen en toen brak de paniek en de pleuris uit en raakte ons stelsel zomaar weer bijna 400 miljard kwijt. En nu vindt u het dus een goed idee om dat stelsel om te zetten van een beperkt aantal fondsvermogens die stuk voor stuk groot genoeg zijn om daarmee risicovol te kunnen beleggen naar miljoenen individuele vermogentjes waar voorzichtig mee omgegaan moet worden (i.e. defensief beleggen) en die dus samen nooit de verdienkracht van het huidige stelsel zullen kunnen benaderen. Heeft u hier zelf wel eens over nagedacht of zet u, als u bezig bent een wetsvoorstel er door te rammen het verstand op nul en de blik op oneindig?
Is het niet merkwaardig dat, nadat door de hyperinflatie van het afgelopen driekwart jaar alle pensioenen zwaar werden beschadigd, u als minister van armoede, participatie en pensioenen op geen enkele wijze van enig meeleven blijk gaf en niets deed om voor die mensen die vanaf 2009 ca. 25% op hun ouderdomspensioen moesten inleveren en daar nu dus nog 17% inflatie (zei FNV voorzitter Tuur Elzinga) overheen kregen, op enigerlei wijze een compensatie te regelen? Maar in plaats daarvan gewoon doorgaat met het er door rammen van die nieuwe pensioenwet?
We hebben het dus over een afbraak van het aanvullend ouderdomspensioen, van cumulatief 42 procent! En dat terwijl de fondsen met ca. 1500 miljard nog steeds bulken van het geld. Waaraan verdienen de senioren dit harteloos negeren van gedane beloftes? Van het aan hen als premiebetalende deelnemers door hun pensioenfonds toegezegde behoud van hun koopkracht, op het niveau van hun actieve branchegenoten (de indexatie)? Belofte maakt schuld. Dat geldt althans bij fatsoenlijke mensen. Horen de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie daar niet meer bij? Daarom zou nu dus moeten gelden “first things first”: Repareer eerst de koopkracht van de pensioenen van de Nederlands senioren: De bij de jaarlijkse berekeningen van de zgn. dekkingsgraden van de fondsen verkregen uitkomsten, berekend met de jaar in jaar uit gehanteerde veel te lage rekenrentes, dienen voor de periode sinds 2008 tot nu, te worden herberekend met de voor die jaren gerealiseerde vermogensaanwaspercentages. Deze realisatiepercentages dienen de grondslag te zijn voor het achteraf uitbetalen van de indexaties over de jaren 2009 tot nu. Dat zou de eerlijke gang van zaken zijn, en dus de weg die u moet gaan om te komen tot het vergoeden van ‘de grootste diefstal door het Koninkrijk, sinds de stichting van het Koninkrijk aan de senior onderdanen van het Koninkrijk’. En die ten onrechte aan de senioren onthouden ca. 45 miljard valt waarschijnlijk binnen de afrondingsmarge van het nationale stelselvermogen van thans ca. 1500 miljard.
De huidige conditie van het nationaal pensioenvermogen (dat bedroeg dus begin 2022 ca. 2,5 maal ons BBP, en is nu nog bijna 2 maal ons BBP) kan alleen verklaard worden uit de waarneming dat de pensioentrekkers generatie na generatie aanzienlijk minder hebben opgemaakt dan hun premie-inleg plus het rendement daarvan. Ook in dat licht bezien is het doorsneepremieverhaal (‘de senioren eten de beleggingswinst van de premiebetalende jongeren op’) domweg niet waar. Daarom zou het u sieren als u die lasterlijke leugen ook publiekelijk weersprak en de SER, de FNV-jongeren en ook de economie-redacteuren van een aantal dagbladen en weekbladen en de economisch deskundigen van ettelijke actualiteitsprogramma’s bij onze media, daarop publiekelijk corrigeerde.
Sinds 2008 heeft onze Overheid een wetgevingsfout misbruikt om de gepensioneerde Nederlander op de nullijn te kunnen zetten. Dat onrecht dient te worden erkend en hersteld. Nederland heeft geen nieuw pensioenstelsel nodig maar een eerlijke uitvoering van het bestaande stelsel, en dat houdt dus allereerst in de correctie van de indexeringsberekening.
BEZWAREN, FOUTEN EN RISICO’S
Wat die indexering aangaat: Als ik nogmaals een en ander op een rij zet:
- Het negeren van staande afspraken (indexering tenzij dat evident onmogelijk zou zijn);
- Het construeren van een rekenmethodiek die de uitvoering van dat toegezegd beleid onmogelijk maakt;
- De introductie van een nieuwe wet die de correctie van de vorige wetsuitvoering onmogelijk maakt;
Dan zie we dus een constructie die aanleunt tegen een opzet als van een crimineel complot.
Het bedenkelijke hierbij is dat je als ordinair senior burger kennelijk niet meer uit kunt gaan van functionerende fatsoensnormen bij je volksvertegenwoordigers/wetgevers.
Je zou denken dat als er een wetgevingsfout gemaakt is die tegen de bedoeling van het stelsel in, het normaal functioneren van de pensioenwet v.w.b. de indexatie van de pensioenen verhindert – een routine die tot vervelens toe in bijna elke pensioenfondscirculaire genoemd en herhaald werd: Bij het ABP bouwt u een welvaartsvast pensioen op – Je zou dus denken – en ik dacht dus ook – dat dat natuurlijk in no time gerepareerd zou worden, met excuses. Maar niets daarvan. Je wordt behandeld alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat je in je rechten gekort wordt en financieel gevoelig wordt benadeeld. Hoe staat u daar eigenlijk persoonlijk tegenover? Mede gezien de christelijke normen die binnen uw partij en uw kerkgenootschap worden gehandhaafd en uitgedragen? Ikzelf besloot rond mijn 21e voortaan als atheïst door het leven te gaan maar ben groot gebracht in een orthodox gereformeerd gezin; ik kan mij niet voorstellen dat mijn ouders enig begrip zouden kunnen opbrengen voor dit aspect van het huidige Nederlandse pensioenbeleid. De Nederlandse senioren hebben in de jaren sinds de introductie van de pensioenwet van 2007 ervaren dat zij geregeerd werden vanuit een zakkenrollersmentaliteit. U bent nu in de gelegenheid en in een positie om daarin een wezenlijke verandering aan te brengen.
De beleggingsfunctie is het sterkste punt van ons huidige pensioenstelsel. Die functie sloopt u met de nieuwe pensioenwet. Niet doen dus.
Wel zou u zich moeten buigen over gevolgen van de in 2007 (de vorige nieuwe pensioenwet) voorgeschreven nieuwe dekkingsgraadberekeningsmethode (het afleiden van de rekenrente van het ECB-rentebeleid leidde tot een rekenrente richting 0% (de beleggingsopbrengsten hebben zich daar gelukkig nooit iets van aangetrokken) die beleggingen in ‘giftige’ derivaten uitlokte (op rentedaling gekochte beleggingsderivaten die nu de rente stijgt grote verliezen genereren – lees het MEMO: De toekomst van ons pensioenstelsel dd. 31.10.2022 dat door 44 ‘prominenten’ is toegestuurd aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal). Het zou geen vraag mogen zijn of de huidige dekkingsgraadberekenings-methode, die zoveel onheil aanrichtte, gehandhaafd kan blijven. Wel kunt u zich afvragen of de toezichthouder en handhaver van die methode, de president DNB de juiste persoon op de juiste plaats is om een herziening door te voeren en natuurlijk ook of de fondsdirecties die met hun aankoop van de bovengenoemde derivaten gevoelige verliezen hebben veroorzaakt, gehandhaafd kunnen blijven!
Er bestaat géén handzame samenvatting in enkele management A4-tjes van de honderden pagina’s van het WETSVOORSTEL TOEKOMST PENSIOENEN. Kennelijk heeft niemand voldoende overzicht om zo’n samenvatting te schrijven. Dat vergroot de kans op brokken! De kamer stemt, maar zonder precies te weten waarover. Geen van de leden heeft een goed overzicht van inhoud en reikwijdte van de nieuwe wet. Bij de vorige wet (2007) speelde dat ook! En dat leverde ons het akkefietje van de rekenrente. Jaar in jaar uit geen indexatie was het gevolg. Een correctie van deze wetgevingsfout bleef uit. Geen kamerlid heeft ons gepensioneerden ooit zijn excuses gemaakt voor deze criminele nalatigheid. En nu krijgen we een nieuwe wet die de kans op zulke tekortkomingen kwadrateert of erger.
Bezint eer gij begint, en ik geloof u pas als ik die handzame samenvatting van het nieuwe stelsel (zeg drie management-A4tjes) op mijn scherm zie!
Bij dat akkefietje van die rekenrente past nog een stukje extra uitweiding:
Als de uitkomsten van die rekenrente continu uitwijzen dat het vermogensaanwas-perspectief van de pensioenfondsen niet gunstig genoeg is om de pensioenen te kunnen indexeren – een voorstelling van zaken die sinds 2008 beleden is door onze overheid die zich daarin gesteund zag door een meerderheid van de volksvertegenwoordiging – dan moet de vraag gesteld worden of dan het onderliggende economisch perspectief wel veilig genoeg was en is om de lonen te verhogen. Nietwaar, de groei van de economie vertaalt zich in de bedrijfswinsten en dus in het loonzakje en in het rendement van de beleggingen. En het Nederlandse aanvullend ouderdomspensioen is een vorm van loon: “uitgesteld loon”. En dat is een looncomponent die in ons stelsel waardevast is i.e. gekoppeld aan de prijsindex, danwel welvaartsvast en dan gekoppeld aan de ontwikkeling van de cao-lonen. Als het georganiseerde loonoverleg besluiten zou dat ons economisch perspectief geen loonsverhogingen verdraagt dan zouden met de lonen ook de welvaartsvaste ouderdomspensioenen automatisch bevroren worden. En het is dan een simpel bestuurlijk mechanisme om ook de waardevaste pensioenen in de pas te laten lopen. Daartegenover behoort dus te staan dat zolang naar het oordeel van werkgevers en werknemers de economie wel loonsverhoging toestaat, dat dan ook de ouderdomspensioenen, de uitgestelde lonen, gewoon mee behoren te doen.
Eventueel kunnen lonen worden gekort en dan worden ook de pensioenen gekort. Zo’n combinatie van kortingen heeft zich ooit voorgedaan: In 1983-1984 werd besloten de ambtenarensalarissen te korten met 3% (Lubbers I, minister Koos Rietkerk – “Boos Op Koos” stickerde het FNV). De ambtenarenpensioenen (ABP) kregen daarbij dezelfde korting opgelegd hoewel dat bezien vanuit de kaspositie van het ABP nergens voor nodig was. Deze korting betrof alleen de gepensioneerde ambtenaren en overige ABP-ers maar had in principe ook voor alle pensioenfondsen en hun gepensioneerden kunnen worden ingevoerd.
Nu wordt bij het uitventen van het nieuwe stelsel als voordeel genoemd dat de kans op pensioenkortingen kleiner wordt. Maar zo’n korting heeft zich dus sinds de invoering van het oude stelsel (jaren ’50) behoudens die bovengenoemde ene uitzondering nog nooit voorgedaan! En dat zou bij een realistische berekening van de dekkingsgraden (d.w.z. extrapolatie van de gemiddelde vermogensaangroei uit de voorgaande jaren) zeer waarschijnlijk ook nooit geïndiceerd worden. Uit dit gepresenteerde ‘voordeel’ van de nieuwe pensioenwet zou je kunnen afleiden dat de rekensystematiek voor de prognose van de ontwikkeling van de pensioenfondsvermogens (de ‘dekkingsgraad’) in principe blijft hangen op de nu gehanteerde rekenrente en dat de indexatie van de pensioenen die regel behoort te zijn, ook in de toekomst eerder uitzondering zal zijn. Iets waarover de vakbonden toch echt een veto behoren uit te spreken.
EEN WENKEND PERSPECTIEF
U heeft van mij bij mijn vorige brief een kladgrafiek gekregen waarin de financiële toekomst van het stelsel wordt weergegeven als uitkomst van een berekening op basis van de ‘past performance’: De groei van het stelselvermogen naar 3,5 BBP midden jaren 2030 lijkt een voorzichtig geraamde ‘business as usual’ ontwikkeling: Van 2008 naar 2022 was er een verdubbeling van 1-maal naar 2-maal het BBP. De voortzetting van die ontwikkeling van 2022 naar 2036, houdt dan een verdubbeling in van 2-maal naar 4-maal het BBP. Het is ook mede op dat perspectief dat professor Bernard van Praag zijn toekomstvisie baseerde van een pensioenstelsel waarin de ouderdomspensioenen voor 100 procent uit het beleggingsrendement bekostigd kunnen worden en de noodzaak van premiebetaling dus vervalt. Let wel: het opknippen van het stelselvermogen in > 10 miljoen persoonlijke vermogentjes sluit zo’n toekomstvisie in feite uit. In die kladgrafiek is ook onder de ‘past performance’/‘future performance’ kromme, een afbeelding gegeven van de toekomst van het stelsel als berekend met de sinds 2008 door DNB op grond van de pensioenwet voorgeschreven rekenrente. Die onderste curve is dus de ‘leugen’-prognose die de overheid hanteert sinds de invoering van de huidige pensioenwet in 2008.
U zou zich kunnen ergeren aan deze evidente wetgevingsfout die sinds 2008 kennelijk uit opportunisme is gehandhaafd en sindsdien fungeert als de zwendelconstructie die de indexering van de pensioenen saboteert. De gepensioneerde senioren hebben t.g.v. de incompetentie en aansluitende nalatigheid van u en uw collega-politici, in de afgelopen jaren een steeds groeiende pensioenachterstand opgelopen: De som van die elk jaar grotere afroming loopt inmiddels op tot meer dan een jaarbedrag van het aanvullend pensioen. Doorgerekend voor het vermogen van het gehele stelsel praten we over een bedrag van beduidend hoger dan 40 miljard.
Bij de invoering van het nieuwe stelsel behoort dus een vereffening van deze ontvreemding onder het oude stelsel. Daarover is echter in het geheel niet gerept tijdens de debatten in de Tweede Kamer. Met andere woorden: zoals het er nu naar uitziet wordt de invoering van het nieuwe stelsel mede en ik denk toch vooral, gebruikt om de grootste overheidsdiefstal uit onze geschiedenis te consolideren. Ik hoef u natuurlijk niet uit te leggen dat zulks ontoelaatbaar is maar het dreigt dus wel te gebeuren. Ook daarom: Geen nieuw stelsel voor het oude stelsel fatsoenlijk is afgewikkeld.
U vind misschien dat ik te veel zeur over die achtergehouden indexaties maar stelt u zich voor: Je gaat in 2008 met pensioen en vanaf 2009 tot nu heb je een cumulatief bedrag ad ca. 45.000 euro aan niet uitbetaalde indexatie mogen inleveren en de teller loopt door. En dat dank je de ambtenaren die het voorwerk deden, de minister die het wetsontwerp door de Tweede en Eerste Kamer loodste, de Kamerleden die voor het wetsontwerp stemden en de Raad van Ministers die het accordeerden. En zo is en zo wordt de seniorengeneratie geschoren.
SAMENVATTEND: Het oude pensioenstelsel heeft maar 1 serieuze fout: de rekenrentesystematiek. En juist die fout wordt meegenomen naar het nieuwe stelsel: Het nieuwe pensioenwetsvoorstel is dus opgesteld vanuit een kwalijke intentie: Namelijk om het te doen voorkomen dat de nu geldende pensioenwet op het punt van de rekenrente op orde is en dat dus de pensioenindexaties sinds 2008 terecht zo goed als gestaakt zijn. Dat was/is echter niet het geval: die rekenrente gaf en geeft een volstrekt vals beeld van het realistisch groeiperspectief van de fondsen: de fondsvermogens zijn sinds 2008 meer dan verdubbeld en bulken van het geld. De nu nog geldende wet was (is) zodoende het instrument voor de grote diefstal van >> 40 miljard euro: de indexaties die sinds 2008 aan Nederlands gepensioneerden onthouden zijn. De nieuwe wet (het voorstel) is op dit punt, mede een ‘cover up’ voor en een voortzetting van die pensioendiefstal onder de voorgangerwet. En is dus in die zin een misdaad.
Als u daarom het lopende pensioenwetgevingstraject heroverweegt en de bovengenoemde zwaarwegende ethische bedenkingen serieus neemt dan ligt voor u de volgende koers voor de hand:
- We behouden de nu bestaande wet.
- We corrigeren die ene fout, de in 2008 geïntroduceerde rekenrentesystematiek: we doen gewoon een stap terug naar de vóór 2007 gebruikte methode voor de berekening van de dekkingsgraden.
- En we gaan dus gewoon verder met het beste stelsel ter wereld.
- De in de achterliggende jaren van hun indexaties bestolen pensionado’s worden alsnog uitbetaald (40 + miljard van de ca. 1500 miljard mag geen probleem geven niet waar?).
- Wat dit cijfer1500 miljard betreft: Begin 2022 gold als afgerond bedrag voor het stelselvermogen een bedrag van ca. 1900 miljard. De heer Schuddeboom, toenmalig voorzitter van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen haalde dat cijfer aan in Pensioenbelangen (het bondsblad) in zijn afscheidstukje wegens vertrek naar Indonesië. En dhr. Schuddeboom is een zeer secuur mens. Nu wordt bij de discussies over het over de deelnemers en gepensioneerden per pensioenfonds te verdelen nationale pensioenvermogen, het totaalbedrag van 1500 miljard voor het stelselvermogen genoemd (ik neem aan dat dat vooraf afgestemd met uw ambtenaren). U laat dus uitzoeken hoe en door wiens beleid die resterende 400 miljard zijn verdampt. En wat hierbij de rol is geweest van de sinds 2008 gehanteerde dekkingsgraadberekeningsmethode die meer dan 40 miljard bespaard heeft aan niet uitgekeerde indexaties maar daartoe dus ca. 400 miljard heeft laten verdampen via beleggingsconstructies die de gevolgen van de voorgeschreven nieuwe dekkingsgraad-berekeningsmethode moesten mitigeren.
- De prognoses van Van Praag en anderen, als zou het stelsel inmiddels zo rijk zijn dat het zou kunnen draaien zonder pensioenpremie-betaling (een rendementsstelsel in plaats van een deelnemersstelsel), en de consequenties daarvan voor fondsdeelnemers en betrokken werkgevers maar ook voor de landgenoten die een particulier pensioen of nog geen pensioen opbouwen, worden geïnventariseerd. Daarbij wordt ook de verwachte toekomstige ontwikkeling van het stelselvermogen in beschouwing genomen.
- De idee van het stelselvermogen uitgesplitst naar individuele deelnemers in beleggingspotjes met op leeftijd afgestemde risicoprofielen (waarom niet op gezondheid en/of IQ, etc.), het individuele beleggingspotjes-idee dus, gaat overboord. We houden het bij die ene mega-oceaanstomer met die 10 miljoen-plus passagiers. Die passagiers worden niet één voor één met individueel zwemvest op hoop van zegen overboord gegooid.
Mevrouw de minister, het is mij nog steeds niet duidelijk hoe u zo’n ‘goddeloos’ aso-element in een in principe serieus bedoeld stuk nieuwe wetgeving heeft laten introduceren of althans geaccepteerd heeft. In een collectief stelsel worden de risico’s gedragen door het collectief en worden winst en verlies eerlijk gedeeld. Pensioen is ook een ‘uitkering’ in die zin dat er na het overlijden van een gepensioneerde geen individueel potje overblijft voor de erfgenamen. Uitkeringen worden verstrekt naar behoefte, niet naar goksucces. Pensioen is ook ‘uitgesteld loon’. Loon wordt verdiend conform cao-condities en niet gewonnen aan de speeltafel.
Het bestaande pensioenstelsel is een product van Drees, een product van de volwassen sociaaldemocratie. Het door u voorgelegde wetsvoorstel is een terugval naar het klassieke liberalisme: God voor ons allen. Ieder voor zich; met succes naar vermogen èn naar geluk; wie pech heeft blijft achter, het zij zo.
Het nu nog bestaande stelsel is daarom wezenlijk verschillend van het pensioenwetsvoorstel van uw voorganger een asociale D66-minister die slim genoeg was Nederlands vakbondsleider no. 1 met een grote kluit het riet in te sturen. Het voorstel Koolmees is in wezen asociaal en wezensvreemd binnen de sociale waarden en normen van dit land.
Bijkomende praktisch bezwaren van zo’n particulier-beleggingspotjessysteem: Wie krijgt het potje bij overlijden vóór het bereiken van de pensioenleeftijd? Het is geen deel van een boedel. En wat doe je met pensioenbepalingen zoals “tropenjaren tellen dubbel”? Die dubbele jaren zijn niet in te bouwen in zo’n individueel beleggingspotjes-stelsel. Hoe ga je om met VUT of andere vormen van vervroegd pensioen? Als al het vermogen opgedeeld is in individuele potjes dan wil dat ook zeggen dat er geen cent overblijft voor ‘flankerend beleid’.
U heeft voor dit gewijzigde programma eigenlijk maar één ding nodig: LEF.
En nog iets voor ik het vergeet:
Daar is de kwestie van het nabestaandenpensioen. Een soort pensioen waarvoor apart premie betaald wordt en dat wordt vastgesteld als de betalende echtgenoot met pensioen gaat maar dan als pensioen dat nog niet geactiveerd is, hoort mee te lopen met groei van de fondsen, net als andere pensioenaanspraken waarvan de uitbetaling nog niet is gestart. Wat voor zover mijn ervaring strekt niet gebeurt. Het voor mijn vrouw gereserveerde nabestaanden pensioen loopt nu mee met een soort indexatie die echter de geldontwaarding op geen stukken na bijhoudt. Op die manier moeten de nabestaanden (meestal de weduwe) na het overlijden van de echtgenoot starten met een vaak reeds aanzienlijk afgewaardeerd nabestaandenpensioen. Die afwaardering zou tenminste moeten wachten tot dat nabestaandenpensioen is geactiveerd. Ik bedoel: alle andere nog in aanbouw zijnde pensioenen worden ook niet reeds tijdens hun opbouw gekort door een structureel te lage indexering. Graag dus ook uw aandacht voor dit stukje seniorenseksediscriminatie.