De regering in Nieuw-Zeeland heeft iets nieuws bedacht om de klimaatdoelen te halen. Daarom richten ze zich nu op de boeren, die voor meer dan de helft verantwoordelijkheid zijn voor alle uitstoot van broeikasgassen. Dit komt vooral door hun veedieren, die het methaan uitstoten met hun scheten en uitwerpselen. Daarom wil de Nieuw-Zeelandse regering dat de boeren vanaf 2025 per veedier belasting gaan betalen.
Voor de plannen is al een brede steun in het parlement. Begin volgend jaar moet er een definitief plan op tafel komen. Wie echter minder enthousiast zijn, zijn de boeren zelf. Belangenorganisatie Groundswell NZ heeft berekend dat zo'n 20 procent van de boerenbedrijven failliet zullen gaan. Boeren zijn veelal niet tegen een belasting, maar willen wel kunnen meebeslissen in de hoogte van het bedrag. Dit wil de regering echter laten uitvoeren door een onafhankelijke partij.
Bovendien zeggen boeren dat ze zelf al veel moeite hebben gestoken in het bevorderen van de biodiversiteit in hun omgeving, en het terugdringen van hun uitstoot van broeikasgassen. Ze voelen zich door deze nieuwe plannen niet erkend door de regering.
Daarom hebben de boeren al veel geprotesteerd tegen de aangekondigde 'scheetbelasting'. Zo hebben de boeren vorige maand een petitie met meer dan 100.000 handtekeningen tegen de plannen overhandigd aan de verantwoordelijke minister, Meka Whaitiri.
Nieuw-Zeeland heeft enorm veel veedieren: 10 miljoen runderen, 26 miljoen schapen, tegenover slechts 5 miljoen mensen. Zuivelproducten zijn dan ook het grootste exportproduct van het land.