Donderdag was er een debat over de omgangsvormen in de Tweede Kamer. Ook JA21-leider Joost Eerdmans leverde een bijdrage. Hij begon zijn betoog: "Stel: iemand in de zaal beticht mij van xenofobie. Daar kan ik vervolgens heel vervelende mailtjes over krijgen - maar ben ik dan bedreigd door die collega? Dat lijkt mij niet."
Politici wordt het soms kwalijk genomen dat zij woorden uitspreken die 'bedreigingen kunnen veroorzaken'. Maar volgens Eerdmans wordt dit argument iets te vaak gebruikt. Daarom vreest hij voor een 'hellend vlak': "Kortom: we krijgen een compleet hellend vlak, is ons oordeel. En het gevolg is dat wij iedere week hier elke keer bij elke rare of lompe opmerking van de voorzitter gaan eisen dat ze ingrijpt, want het is een bedreiging. Dat is onwerkbaar. En daarmee nogmaals: wat je aandacht geeft, groeit.
Hij vervolgt: "Het continue reageren, excuses eisen, het woord terugnemen, schorsen, het woord ontnemen, weglopen, enzovoort, is alleen maar koren op de molen van diegenen die graag willen choqueren. Daar is het ze juist om te doen. En dat is overigens echt niet alleen FVD."
"Wanneer moet de voorzitter ingrijpen? Bij oproepen tot geweld en scheldpartijen - duidelijk. Maar los daarvan mag iedereen in beginsel hier wat ons betreft alles zeggen. Dus geen woordjes gaan verbieden, of achteraf uit de handelingen gaan schrappen. Want het is gek als je 'tribunaal', 'psychopaat' of 'burgerlijke ongehoorzaamheid' zou gaan verbieden, terwijl woorden als 'racist', 'fascist' en 'xenofoob' - die hier wekelijks de revue passeren - wel zou laten bestaan."
Toch vindt Eerdmans wel dat collega's ook naar zichzelf moeten kijken. Hij zegt: "Het betekent helemaal niet dat je dit allemaal ook moet zeggen. Ik hoop dat elke collega dat ook in zijn oren knoopt, want we hebben inderdaad een voorbeeldfunctie. Er wordt naar ons gekeken, en ik kan u zeggen: we staan er met zijn allen niet zo best op, met een enkele uitzondering daargelaten."
Van Meijeren hekelt 'selectieve verontwaardiging'
Precies dezelfde kritiek als Eerdmans heeft ook FVD-Kamerlid Gideon van Meijeren in het debat. Donderdag zei hij: "Wat mij wel heel ernstige zorgen baart is de selectieve verontwaardiging en het contrast tussen de behandeling van machtspartijen en oppositiepartijen. En die selectieve verontwaardiging zien we niet alleen bij de voorzitter, maar ook vanuit de Kamer zelf."
Van Meijeren vervolgt: "Op het moment dat een Kamerlid hier 'fascistisch' wordt genoemd, is er niemand van de kartelpartijen die het heeft over 'een grens wordt overschreden', of die zegt van: 'Als u hem beschuldigt, moet je aangifte gaan doen.' Of: 'U moet nu al het onomstotelijke bewijs op tafel leggen.'"