De kwalificatie “anti-overheidsdenker” wordt te pas en te onpas als reden gebruikt om mensen af te schrijven, te negeren en te demoniseren, maar is gestoeld op de idiote premisse dat anti-overheid zijn altijd fout is. De ouders van de minister waren feitelijk dus ooit anti-Turkse-overheid en dat was blijkbaar prima te verdedigen. Daarnaast stond het anti-vorige-overheid zijn in zo’n beetje elk verkiezingsprogramma van de lieden die nu de huidige (en de vorige) overheid vertegenwoordigen: de vorige bestuurscultuur was immers door en door rot.
Veel is er niet veranderd, maar soit. Anti-democratisch-gekozen-Republikeinse-overheid zijn was kort geleden zelfs een must als je een beetje serieus genomen wilde worden. Als anti-vorige-overheid of anti-andere-overheid zijn prima is, waarom zou anti-huidige-eigen-overheid dan eigenlijk slecht zijn en gelijk staan aan pro-anarchisme of pro-dictatuur? Wat is dat voor een rare onbevraagde vanzelfsprekendheid? Wat is anti-overheid-zijn eigenlijk en wanneer is het gerechtvaardigd? Mag dat alleen als die overheid al vervangen is door iets anders en het anti-denken dus voor de huidige praktijk niet meer nodig is? Ben je te allen tijde verplicht je huidige eigen overheid aanvaardbaar te vinden, ook al gebeuren er onaanvaardbare dingen? Dat lijkt nu het narratief.
Wat is er eigenlijk mis met “anti-déze-overheid”, “anti-dít-overheidshandelen” en/of “anti-déze-invulling-van-democratie” zijn en zo snel mogelijk iets beters willen? Zo goed gaat het momenteel niet, dus alle reden om “anti-wat-nu-overheid-genoemd-wordt” te zijn. Is dat eigenlijk anti-democratische-rechtsstaat of juist een andere interpretatie van pro-democratische-rechtstaat zijn?
Daar kan ieder het zijne van denken, maar grote techmonopolisten oproepen oppositiegeluiden te smoren, te duiden of te framen - met “verantwoordelijkheid nemen” als moreel verheven hondenfluitje - zoals de minister deed, is zéker een gevaar voor een goed functionerende rechtsstaat. Temeer omdat het nota bene de minister van Veiligheid en Justitie is die verantwoordelijk is voor de veiligheid van degenen die reeds bedreigd worden door dit soort framing.
Mag je pas gerechtvaardigd “anti” zijn als alles reeds kapot is? Sinds wanneer heeft felle kritiek op de overheid een morele dynamiek die vergelijkbaar is met het tirannenmoorddilemma (dat je pas mag ingrijpen als er duidelijk is dat er al zoveel slachtoffers zijn)? Die discussiedynamiek zou de zittende macht juist niet moeten willen. Dát is pas gevaarlijk, want als je iets zelf vergelijkbaar maakt, moet je niet verbaasd staan te kijken als mensen inderdaad gaan vergelijken.
Over de vraag of er daadwerkelijk slachtoffers zijn gemaakt is de twijfel ondertussen immers wel geweken in bijvoorbeeld de toeslagen- en Groningse gas-affaire. Zelfs gewoon brood bakken is ondertussen niet meer te betalen en de helft van de bakkers staat al op het punt van faillissement terwijl de macht zegt: “Qu'ils mangent de la brioche gebakken op 140 graden”. Voor gewone burgers wordt het leven steeds zwaarder door klimaateisen en -restricties terwijl de bedenkers daarvan meerdere huizen hebben en de hele wereld overvliegen. De critici daarvan worden als “staatsgevaarlijk” en “ontkenner” de mond gesnoerd. Het anti-deze-overheid zijn van velen nu is net zo goed te verdedigen als het anti-Turkse-overheid-zijn van Yesilgöz’ ouders toen.
Wat als de "bedreigingen" voor de status quo nu niets anders willen dan gewoon een béter functionerende overheid? Pa en ma Yesilgöz zouden destijds waarschijnlijk ook hebben gezegd: de echte bedreiging en intimidatie komt niet van degenen die slechts met moeite en sociale offers kunnen tegenspreken, opstaan en verenigen, maar van degenen die zonder status- of machtsverlies met één pennenstreek of opmerking je leven ongedaan kunnen maken. Laat dat laatste nu toevallig de positie zijn waarin dochterlief zich bevindt.